zondag 15 maart 2015

Abt Emo's Groningen

Die ochtend ben ik in Loppersum uit de trein gestapt. Na een kleine tien kilometer fietsen door de weidse weilanden, ben ik bijna in Wittewierum. In de verte tekenen de contouren van een beboste wierde zich af tegen de lage ochtendzon. De heiige lucht zorgt ervoor dat er een mysterieuze sfeer rondom de eenzame wierde hangt. Als ik dichterbij kom zie ik een gracht, een kerktoren, enkele huisjes en een handjevol boerderijen verschijnen. In het dorp Wittewierum wonen ongeveer 60 mensen. Ik zet mijn fiets neer bij één van de hoge, ruisende bomen aan de noordoostelijke kant van de wierde, en loop richting een openstaand smeedijzeren hek. Het is er stil, ik zie of hoor niemand. Voor me zie ik een prachtig kerkje, gelegen op een schitterend, eeuwenoud kerkhof. Het oranje-achtige zonlicht valt door de boomtakken in bundels uiteen op het gras. De grafstenen zijn verzakt, staan schots- en scheef, en zijn versierd met wapens, symbolen en teksten. Ik laat me zakken op het houten picknickbankje dat tussen al deze stille getuigen van de geschiedenis staat. Want geschiedenis heeft Wittewierum wel. Het kleine dorpje kent vele verhalen. Één van die geschiedverhalen is het verhaal van abt Emo, een dertiende-eeuwse geestelijke uit dit gedeelte van Groningen. Vandaag doe ik drie dorpjes in Groningen aan waar Emo zijn voetstappen heeft liggen.

Wittewierum in de verte

Laat ik duidelijk zijn, Emo was een reislustige man en heeft door heel west-Europa voetstappen liggen. Ik schrijf hier echter alleen over drie plaatsjes in Groningen die een rol in Emo’s leven hebben gespeeld: Westeremden, Huizinge en Wittewierum. De geïnteresseerden in ál zijn voetstappen en zijn reis door west-Europa zal ik doorverwijzen naar het prachtige boek Emo’s Reis van D.E.H. de Boer. In dit boek volgt de auteur Emo’s reis naar Rome en reconstrueert op een bijzondere manier het dertiende-eeuwse Europa.  Ook het boek Emo’s Labyrint van Y. Penning is de moeite waard: dit is een historische thriller gebaseerd op Emo’s leven en zijn bijzondere reis.

Terug naar Wittewierum. Ik zit nog steeds op het picknickbankje en staar voor me uit naar de leegte. Het is moeilijk voor te stellen dat hier de eerste Groningse geschiedschrijving vandaan komt. Hier stond namelijk ooit een klooster. Dat klooster heette Bloemhof (Floridus Hortus) en werd aan het begin van de dertiende eeuw gesticht door onze abt Emo. Emo begon destijds ook met het schrijven van een kroniek van de gebeurtenissen in en om het klooster. De gebeurtenissen in de kroniek beginnen in het jaar 1200 en eindigen in 1296. De Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum kent in totaal drie auteurs: eerst abt Emo, daarna abt Menko en als laatste een anoniem gebleven abt. Wonder boven wonder heeft deze kroniek de afgelopen acht eeuwen overleefd. Het oudste handschrift is in bezit van de Universiteitsbibliotheek in Groningen. De kroniek is meerdere malen uitgegeven en is gewoon bij de openbare bibliotheek verkrijgbaar. Het vormt een uitmuntende geschiedenisbron en vertelt ons veel over het middeleeuwse Groningen.

Wittewierum

Wittewierum

Ergens onder mijn voeten, in de wierde van Wittewierum, moeten de overblijfselen liggen van abt Emo, de eerste geschiedschrijver van Groningen. Hij werd rond 1170-1175 geboren, ergens in Fivelingo (het noordoostelijke gedeelte van de Ommelanden). Hij stamde uit een hoofdelingengeslacht, een soort Groningse adel. Samen met zijn broer Addo studeerde hij letteren, rechten en theologie in Frankrijk en Engeland. Hij heeft onder meer aan de universiteit van Oxford gestudeerd. Toen ze uiteindelijk terugkeerden in de Ommelanden, vestigden ze zich in het plaatsje Westeremden. Addo werd daar onderwijzer en Emo pastoor.  

Westeremden werd in die tijd ‘Emetha’ genoemd. Dat betekent zoiets als ‘monding van de rivier’. Heel lang geleden stroomde de Fivel daar en was er zelfs een haventje, maar de rivier slibte dicht. In Emo’s tijd werd de haven gedempt. Het woordje ‘wester’ werd ervoor geplakt, om het dorp te onderscheiden van het Oost-Friese Emden (nu in Duitsland). Westeremden is gelegen op een hoge wierde. In de hoofdstraat zijn straatleggers bezig, maar ik mag er met mijn fiets wel langs. De huizen zijn netjes en de straten en tuinen groen. Het is er heerlijk rustig. Tot mijn verbazing kom ik een buurtsuper tegen, maar helaas zijn de medewerkers net begonnen aan hun middagpauze van bijna twee uur. Zo lang kan ik niet wachten. Ik kom bij het kerkje aan, dat aan het Abt Emopad ligt. Ook kwam ik al de Abt Emo-basisschool tegen. De kerk die er nu staat, is niet de kerk waar Emo pastoor was. Dat was hoogstwaarschijnlijk een houten kerkje dat in 1238 in de brand vloog. Daarna is de huidige Andreaskerk gebouwd, in baksteen natuurlijk. Naast de kerk ligt de weem van Westeremden. Een weem was de pastorieboerderij. Het is een prachtig gebouw. Schilder Henk Helmantel besloot het gebouw in de jaren zeventig volledig te restaureren en naar de oude staat terug te brengen. Helmantel woont niet alleen, maar exposeert ook in zijn Weem van Westeremden. Af en toe is het open voor publiek. Vanaf het Abt Emopad gluur ik naar het huis en de tuin, die er beide schitterend bijliggen. Binnenkort ga ik er eens een bezoekje aan brengen, neem ik me voor.

De Weem van Westeremden 

Emo bleef niet lang in Westeremden. Hij vertrok om pastoor te worden in het nabijgelegen Huizinge. Huizinge is één van mijn favoriete dorpjes in de Ommelanden. Ik fiets via een lang pad naar het dorpje, en werd op slag verliefd. Er staan slechts een paar huizen, maar ze zijn erg bijzonder. Ze kleuren van wit naar lichtblauw naar terracotta. De bloemen groeien weelderig, alles is groen. Een oud schooltje doet nu dienst als dorpshuis. Ook is er een soort complex te zien van vier diaconiewoningen, die begin negentiende eeuw gebouwd werden voor weeskinderen en minder gefortuneerde weduwes. Maar het allermooiste is de kerk. Als ik via het weggetje aan kom lopen is er even sprake van gezichtsbedrog: het kerkje lijkt een rond kappelletje te zijn. Dat lijkt zo vanwege de ronde achterkant. De lage, rechthoekige toren staat aan de andere kant. De buitenkant is prachtig versierd, maar ook het interieur is niet mis. Zo is er een vijftiende eeuwse gewelfschildering bewaard gebleven, waar het laatste oordeel wordt afgebeeld. Jezus beslist of mensen naar de hemel of naar de hel gaan. De hel is als de muil van een monster weergegeven. Maria is ook geschilderd, in de vorm van een eenhoorn. Het is zonder meer één van de mooiste romanogotische kerkjes in Groningen. Het gebouw kijkt uit over een grasvlakte, en in de verte zie ik Middelstum. Al dit moois was er nog niet toen Emo hier werkte. Toen stond er nog een houten kerkje. Toch is het huidige gebouw ook al erg oud: het is gebouwd rond 1250. Ik kan iedereen eens aanraden een bezoekje te brengen aan Huizinge. Maar doe het snel, nu het nog is zoals het is. De gebouwen van Huizinge worden bedreigd door de aardbevingen die veroorzaakt worden door de gaswinning. Huizinge vormde het epicentrum voor de zwaarst gemeten aardbeving in Groningen tot nu toe. In 2012 trilde de grond onder Huizinge met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter. 

Huizinge

Huizinge

Emo was niet gelukkig in Huizinge. Hij had veel geleerd bij al die prestigieuze universiteiten, maar daar had hij weinig aan als dorpspastoor. Samen met zijn vriend Hendrik, een kerkenbouwer, droomde hij van een eigen klooster. In 1209 bood zich die mogelijkheid aan. Emo had een rijke neef, die ook Emo heette. Emo van Romerswerf, om precies te zijn. Emo van Romerswerf wilde een klooster op zijn land zetten. Hij woonde in de buurt van Krewerd en was een bijzonder moeilijke man, waardoor Hendrik afhaakte. Maar ‘onze’ Emo, zette door. Hij reisde af naar Prémontré, want hij wilde zijn klooster aansluiten bij de Premonstratenzers. De Franse abt zegde toe om als patronaat op te treden. Emo van Romerswerf, de rijke maar soms vervelende neef, was inmiddels overleden. Emo had nu zelf een klooster. 
Het klooster heette het ‘Nijenklooster bij den Damme’. In 1211 schonken de kerkgangers in Wierum (wat nu Wittewierum is) hun houten kerkje aan het klooster. Daar vestigden zich de monniken van Nijenklooster. De nonnen bleven achter. Mannen en vrouwen mochten namelijk niet in één klooster wonen. Dat mannenklooster in Wierum noemde Emo ‘Bloemhof’. De monniken droegen witte pijen, en de naam van het dorpje veranderde daarom in Wittewierum. 

Niet iedereen was blij met de schenking van de kerk van Wierum aan het klooster. De zoon van ene Ernestus Gerlenga was er pastoor, en Ernestus was bang dat zijn zoon zijn baan kwijt zou raken. Hij stapte naar de bisschop van Münster, die de schenking ongedaan wou maken. Abt Emo was diep getroffen door zoveel onrechtvaardigheid van Ernestus en de bisschop. Hij besloot naar Rome te gaan, naar de paus, om daar zijn gelijk te krijgen. Hij reisde te voet, in de winter. Dat was op z’n zachtst gezegd uiterst merkwaardig. Zo’n reis was namelijk niet geheel zonder gevaren; zo moest hij de zware Alpenpas Mont Cenis over, en waren er overal rovende bendes actief. Ik zal er niet verder op ingaan, maar de reis verliep dan ook niet van een leien dakje. Toch kwam Emo in juli 1212 weer aan in Wittewierum, met een brief van paus Innocentius III die hem in het gelijk stelde.  

Helaas miste de brief de overredingskracht om Ernestus, de bisschop en andere tegenstanders er van te overtuigen dan de kerk Emo toebehoort. De kerkpatronen onderhandelen hevig wat te doen. Als de kerk naar het klooster gaat, raakt Ernestus’ zoon zijn baan kwijt. Dus wat gebeurde er? Ernestus’ zoon kreeg een schadevergoeding; een middeleeuwse versie van een werkloosheidsuitkering. Emo is hier niet blij mee. Dit lijkt op simonie: de verkoop van geestelijke ambten. Ondanks zijn bezwaren gaat de deal door en Emo is gedwongen er mee in te stemmen.  

Maar Emo’s geweten bleef de rest van zijn leven aan hem knagen. Simonie… In zijn kroniek probeert hij het goed te praten door te verwijzen naar allerlei uitspraken van andere kerkvaders over dit onderwerp. Maar Emo geloofde dat God alles zag en dat God hem zou straffen. In januari 1219 overstroomden grote delen van Noord-Nederland door de Marcellusvloed, een stormvloed die ruim 35.000 doden ten gevolge had. Emo was ervan overtuigd dat deze ramp zijn schuld was. Hij had de toorn Gods op zich afgeroepen. 


In 1237 overleed hij. Emo wou graag begraven worden in zijn klooster Bloemhof, maar hij wist niet of dat wel zou gebeuren, omdat hij dacht een zondaar te zijn. Maar zijn God was barmhartiger dan hij dacht. Hij werd begraven in de kapittelzaal. 

Onder de volgende kroniek-schrijver, abt Menko, bloeide het klooster op. Bloemhof was, op het St. Bernardusklooster te Aduard na, het grootste in de Ommelanden. Tijdens de Gelderse Oorlogen, aan het begin van de zestiende eeuw, raakte het klooster in verval. In 1514 werd het zelfs in de brand gestoken door een boosaardige hertog. In de jaren erna woonden er nog maar enkele monniken en kwijnde het klooster steeds meer weg. In 1566 werden de restanten ook nog eens in de hens gezet tijdens de Beeldenstorm. Uiteindelijk werd het klooster afgebroken, de stenen verkocht en de gronden verhuurd. Het koorgestoelde en enkele beelden werden naar de Martinikerk in de Stad verplaatst. Er kwam een protestantse kerk voor in de plaats. Die raakte ook weer in verval, en in 1863 verrees de huidige kerk van Wittewierum.

Huidige kerkje van Wittewierum.

Zijn klooster is er misschien niet meer, maar Emo’s ziel waart nog altijd rond in Wittewierum. Tussen die oude grafstenen van lang vergeten mensen, rond het kleine kerkje, en tussen de bomen. Over de plek waar ooit zijn levenswerk stond. En hij fluistert: verloochen nooit uw principes.

Een bankje kijkt uit over de wierde van Wittewierum, waar ooit de kloostergebouwen stonden.


Bronnen
Boer, D., de. Emo’s reis: een historische culturele ontdekkingstocht door Europa in 1212. Leeuwarden: De Friese Pers Boekerij, 2011.
Deijk, A, van. In de voetsporen van Emo en Menko. Bedum: Profiel, 1993.
Penning, Y. De enerverende afloop van Emo’s kloosterstichting. Eerste Abt Emo Lezing, 6 juli 2012.
Steenhuis, A. Stenen en stemmen van Wittewierum. Groningen: SOGK, 2006.

Venekamp, J.H. ‘‘Wittewierum.’’ Schoolmeesterrapport, 1828. Groninger Archieven. http://www.groningerarchieven.nl/bronbewerkingen/schoolmeesterrapporten/w/wittewierum.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten