woensdag 9 september 2015

Peddelen over de Paddepoelsterweg

Vandaag schrijf ik een blog over slechts één weggetje: de Paddepoelsterweg. Die weg loopt van Zernike in de stad Groningen tot het gehucht Wierum in de Ommelanden. Langs die kleine vijf kilometer liggen vele bijzondere plekken en onverwachte verhalen: van kloosters en borgen en wierden en kastelen. Ik begin in Selwerd. 

Selwerd is oorspronkelijk de naam voor een gebied ten noorden van de stad Groningen. Tegenwoordig kennen we Selwerd als een wijk van de stad; toch is de wijk Selwerd maar een gedeelte van dat hele Selwerd-gebied. Het lag tussen de Paddepoelsterweg, de oude rivier de Hunze (dat later het Selwerderdiepje is gaan heten), het gebied Borgham en de stad Groningen. Het valt nu deels onder de gemeente Groningen, en deels onder de gemeente Winsum. 

In het jaar 858 wordt er al gesproken van Selwerd; gebied behoorde toen toe aan de Sint Maartenskerk van Utrecht. Ene Ludgerius was de lokale leenheer. Driehonder jaar later valt het gebied onder de Abdij van Ruinen (in Drenthe). De Abdij stichtte in Selwerd een Benedictijner nonnenklooster, met de mooie naam ‘Maria Virgo’, dat er tot 1584 heeft gestaan. 


Laan naar 't (voormalige) Klooster

Het hele gebied viel onder de Bisschop van Utrecht. Die liet de zaken van het dagelijks leven in Selwerd regelen door een prefect. In dertiende eeuw wordt er een kasteel gesticht nabij het klooster. Het kasteel heette verrassend genoeg ‘Kasteel Selwerd’. Hier woonden de prefecten. Alhoewel, kasteel… Veel historici denken dat het meer ging om een versterkt woonhuis met een dubbele gracht eromheen. In 1283 noemde prefect Egbert van Groningen zichzelf ‘heer van Selwerd’. De macht van Egbert’s prefecten-familie breidde uit van Selwerd naar de stad Groningen, met een reeks oorlogen en opstanden als gevolg. 


Pas op voor koeien die de Paddepoelsterweg oversteken!

Egbert kreeg een reeks kleurrijke opvolgers. In 1338 stierf het geslacht uit en ging het kasteel naar wat verder verwijderde familieleden. Dat het niet allemaal lieverdjes waren, is wel af te leiden uit het feit dat meerdere bewoners van het kasteel door onthoofding aan hun eind zijn gekomen. Zo ook Rudolf Prediker, die, in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, geen vrome man was. Hij plunderde met grote regelmaat schepen die over het Reitdiep voeren: het gaf hem de naam ‘Piraat van het Reitdiep’. Het behoeft geen uitleg dat kasteel Selwerd en haar bewoners intens werden gehaat. In 1361 kocht de stad Groningen het kasteel op en sloopte het tot de grond. De stenen werden gebruikt om de stadsmuur te bouwen. 

Het Van Starkenborghkanaal is dwars door het terrein van het voormalige klooster gegraven, maar het terrein waar ooit het kasteel heeft gestaan is nog in tact – en goed te zien. Het glooiende grasveld ligt naast de begraafplaats Selwerderhof en tussen het Van Starkenborghkanaal en de Paddepoelsterweg. Dit terrein heet nu, heel vrolijk, ‘de Huppels’. Dus huppel ik naar een moderne uitkijktoren die is geplaatst om de kasteelgronden te kunnen overzien. Die uitkijktoren is te bereiken over het voormalige kleipad ‘Laan naar het Klooster’. Langs dit pad zijn grote roestige handen te zien met gedichtjes erop over het klooster en het kasteel. 


Roestige handen met gedichtjes over het woelige verleden van dit terrein


Uitkijktoren


Het voormalige klooster- en kasteelterrein

Ik vervolg de Paddepoelsterweg noordwaarts en steek middels een bruggetje het van Starkenborghkanaal over. Plots zie ik dan aan mijn rechterhand een eenzame boerderij staan. Er wapperen vlaggen en er staat een bordje van Stichting Groninger Landschap. Dit is Harssens. Harssens was een buurtschapje en bestond al in het jaar 1000. Het had toen een eigen kerk, waarvan alleen de luidklok nog over is; die hangt in de kerktoren van Adorp. Hier stond ooit ook een steenhuis, en later een borg, genaamd Harssensbosch. Die werd afgebroken in 1742. 


Harssens


Het eenzame boerderijtje is het enige wat nog over is van Harssensbosch

Dit voormalige borgterrein is nog goed in het landschap te herkennen, zoals op onderstaande luchtfoto is te zien. De borg kende vele bewoners met exotische namen, zoals Aytardus, Syabbe, Bywe, Azeghe en Truken. Het boerderijtje dat er nu nog is, ligt waarschijnlijk op de plek van het voormalige schathuis. Een schathuis is een Groningse benaming voor een soort veestal bij een groot huis. Het terrein en de boerderij zijn flink gerestaureerd en doen nu respectievelijk dienst als natuurgebied en recreatieplek. Het terrein is ook belangrijk als weidevogelreservaat. Het gebied werd in 2013 afgezet met grenspalen van de ‘Heerlijkheid Harssens’. Een heerlijkheid is een middeleeuwse bestuursvorm. Met het plaatsen van de paaltjes hoopt de Stichting Heerlijkheid Harssens dat het belangrijke cultuurhistorische gebied weer zichtbaar wordt. 


Het terrein van de voormalige borg is nog goed te herkennen in het landschap


Harssens

Ik fiets via de immer slingerende Paddepoelsterweg verder, tot ik bij het Reitdiep aankom. Ik geniet ondertussen van de groene en blauwe kleuren. Bij het gehucht Wierum houdt de Paddepoelsterweg op. Hier bevinden zich een boerderij, twee huizen en een kerkhof. Wierum was in de veertiende eeuw een parochie. Eeuwen later werd Wierum gecombineerd met het nabijgelegen Dorkwerd. De eerste predikant die beide plaatsen onder zijn hoede had, in 1612, was een meneer met een sci-fi achternaam: Marcus Marsmannus. Een latere predikant was Georgius Vechnerus, een man met verhaal. Hij werd geboren in Goldberg, Polen, en was hofprediker in Heidelberg, Duitsland. Toen dit in katholieke handen kwam, vluchtte hij naar Nederland. Hier werd hij predikant in Wierum en Dorkwerd, van 1623 tot zijn dood. De kerk in Wierum werd overbodig en gesloopt in de winter van 1829. De klokkenstoel en klok werden over het ijs van het Reitdiep naar Dorkwerd gebracht.


Wierum


Het kerkhofje van Wierum
Aan de overkant van het Reitdiep, de westzijde dus, ligt het gehucht Wierumerschouw. Een schouw is de naam voor een kleine boot, die werd gebruikt als voetveer. Nu is er een brug. Vroeger heette het hier Wasingehuis. Eerst was het gehucht eigendom van het Klooster van Aduard en later van de stad Groningen. In 1769 verkocht de stad deze gronden en het recht om de scholle te bedienen. Dit was nu ten laste van de provincie. Die hadden daar geen zin in, en zodoende kwam er in 1887 een draaibrug. 
Het water van het Reitdiep glinstert in de zon. Prachtige vergezichten, als van een schilderij, strekken zo ver het oog kan zien. Hier, op dit mooie plekje, houdt de Paddepoelsterweg op. Ik kan kiezen: óf ik ga het bruggetje over en fiets richting Oostum, óf ik fiets de Wierumerschouwsterweg op richting Adorp. Keuzes, keuzes. Gelukkig alleen maar leuke. 


Bronnen
Historische Kring Ubbenga. ‘‘Harssensbosch.’’ Borgen. Geraadpleegd 13-07-2015. http://www.ubbega.nl/borgen/index.asp?ac=harssens
Staat in Groningen. ‘‘Kasteel Selwerd.’’ Kunst en Architectuur in de Stad. Geraadpleegd 12-07-2015. http://www.staatingroningen.nl/referentie/470/890/kasteel-selwerd 
Stichting Het Groninger Landschap. ‘‘Harssensbosch.’’ Bezoekerscentra. Geraadpleegd 14-07-2015. http://www.groningerlandschap.nl/eropuit/bezoekerscentra/reitdiep/harssensbosch 
Wijkwebsite Paddepoel. ‘‘Historie Stad Groningen – Selwerd.’’ Gepubliceerd 08-01-2011. Geraadpleegd 12-07-2015. http://paddepoel.info/leuk-ja/historie/1480-historie-selwerd.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten