donderdag 20 maart 2014

Fotoverslag VIII

Klik op de foto's om ze te vergroten!


St. Patricks Day

Afgelopen maandag was het dan zover: St. Patricks Day, de nationale feestdag van Ierland. Op deze dag herdenkt men hun beschermheilige St. Patrick, die in de vijfde eeuw na Christus Ierland bekeerde tot het Christendom. De kleur geassocieerd met Ierland is uiteraard groen, en daarom kleurt alles op St. Patricks Day groen. In de grote steden zijn er parades, kermissen, markten, etc. Niet alleen in Ierland wordt het feest uitbundig gevierd, maar over de hele wereld. Met name in Amerika is het een enorm gebeuren. Daar is het, zoals altijd, nog grootser eigenlijk. Maar goed, omdat het dit keer toevallig op een maandag viel, was het weekend ervoor ook al feest, met overal muziek en Ierse dans.

De avond voor St. Patricks Day, St. Patricks Eve, ging ik met drie vriendinnetjes wat drinken in onze favoriete pub, the Gables. Dit was heel gezellig! Toen we na middernacht weer thuis kwamen besloten Sabi en ik St. Patricks Day goed in te luiden met de cakejes die we op de de St. Paddy's markt hadden gekocht, die al het hele weekend in het centrum stond.


De volgende ochtend hebben we met een groep vrienden samen ontbeten, wat heel gezellig en héél lekker was. Ook konden we deze tijd mooi gebruiken om ons samen op te doffen in groen, wit, oranje en vlaggetjes op onze wangen te kleuren.

Rond 12 uur in de middag gingen we richting het centrum waar de optocht of parade langs zou komen. We waren een uurtje vroeger gegaan omdat we natuurlijk een goed plekje wilden scoren. Het was ontzettend leuk en grappig en duurde anderhalf uur. Naast een aantal praalwagens waren er vooral veel loopgroepen. Er kwam van alles langs, van de vele buitenlandse communities woonachtig in Cork (bijvoorbeeld de Senegalese, Litouwse, Poolse en Filipijnse communities, maar er waren nog veel meer) tot de voetbalploeg van Cork (de slechtste in de geschiedenis trouwens) en van de kinder-judo-club tot militaire veteranen. Het was een heel gezellig feest! 






Deze politieagente, een knappe dame, was natuurlijk het mikpunt van de parade. 


Na afloop van de parade zijn we naar de eetstandjes gelopen om wat lekkers te halen. Er is een Libanees eetstandje die altijd overal te vinden is in Cork. Bij alle evenementen waar ik tot nu toe ben geweest, is 'ie er. En gelukkig hou ik van Midden-Oosters eten dus mijn keuze was snel gemaakt!


's Middags hebben mijn vrienden en ik nog gezellig samen gezeten en 's avonds heb ik St. Patricks Day gevierd met Everhard (die hier over een klein weekje al weer is!!).



Cork

Springtime op de campus!

Hoogtij vlakbij mijn huis.

Cork - Cashel

Oeps, deze foto was ik vergeten te plaatsen in mijn vorige post, maar dit zijn de prachtige landschappen die je voorbij komt als je in de bus van Cork naar Cashel zit!

zondag 16 maart 2014

Cashel

Klik op de foto's om ze te vergroten! 

De Duivel had honger. Zijn maag knorde en hij voelde zich met de minuut chagrijniger worden. Zijn oog viel op een glorieuze berg in county Tipperary, zo’n 100 km ter noordoosten van Cork. Daar had hij wel zin in, in een hapje berg. De Duivel nam een flinke mond vol, maar kreeg een onaangename verrassing: het smaakte verschrikkelijk vies. Kwaad spuugde hij het uit in Tipperary’s Gouden Dal, een redelijk plat stuk land omringd door bergen en heuvels. Onbedoeld creëerde de Duivel op die manier een steile, rotsachtige heuvel in een verder vlak en vruchtbaar landschap, dat later de ‘Rock of Cashel’ zou heten. De berg waaruit hij een hap heeft genomen mist nog steeds haar top, en draagt de naam ‘Devil’s Bit Mountain’.

The Rock of Cashel werd rond 4e eeuw gespot door een lokale koning. Hij kon zijn geluk niet op want dit was uiteraard de perfecte plek om een kasteel te bouwen. Want wat symboliseert beter de status van de koning, dan een plek boven op een berg, hoog boven alle onderdanen, uitkijkend over zijn rijk? De rots was van ongeveer 370 tot 1100 n.Chr. de zetel van de koningen van Munster, zoals het zuidelijke gedeelte van Ierland genoemd wordt. Het was ook één van de plekken waar St. Patrick rond 450 met zijn shamrock (klavertje drie) aan kwam zwaaien om de Heilige Drie-eenheid uit te leggen en zodoende de toenmalige koning te bekeren tot het Christendom. De rots werd daarmee het centrum van wereldlijke en geestelijke macht. De meest bekende bewoner is Brian Boru, de eerste High King van Ierland, die over het gehele land heerste. In 1101 gaf de toenmalige Koning van Munster, Muirchertach Ua Briain (en geloof me, dit is nog één van de makkelijkste Ierse namen) de rots en de gebouwen die erop stonden aan de kerk. De ruïnes die vandaag de dag nog te bezichtigen zijn op de rots stammen uit deze tijd, de 12e en 13e eeuw dus.


De zon schijnt stralend als Arieke en ik vanuit het gelijknamige dorpje Cashel richting de rots lopen. Mijn reisbijbel ‘I never knew that about Ireland’ had me verteld dat ‘‘nothing can prepare you for the breathtaking tableau of cathedrals and towers, chapels and crosses that seems to grow out of the very rock it so magnificently crowns. The first view of the Rock of Cashel is one of the few such views in life that actually exceed expectations.’’ Ik zou het zelf niet beter kunnen verwoorden. Daarbij moet wel gezegd worden dat, hoewel het aanzicht inderdaad adembenemend was, een gedeelte van de gebouwen in de steigers stond om het dak te vervangen. Alle gebouwen zijn natuurlijk ontzettend blootgesteld aan wind en regen, waardoor het binnen in de ruïnes ontzettend vochtig wordt en de prachtige binnenkant aantast.


Na een whopping twee euro entree konden we op onderzoek uitgaan. De blauwe lucht deed alles er nog mooier uit zien, natuurlijk. Verwonderd liepen we rond. Een gedeelte was ingericht als een museumpje met artefacten gevonden in Cashel – het is de belangrijkste archeologische vindplaats van Ierland. Een paar kamers waren ingericht als keuken en een kamer waar het koor verbleef. Buiten stonden een flink aantal high crosses, Keltische kruizen. Scully’s Cross is de grootste en de hoogste, maar heeft helaas na een blikschicht in 1976 zijn kruis verloren. En in Ierland mag alleen een bloedverwant het ding weer in elkaar zetten – maar iedereen is al lang vergaan en daarom ziet het er nu een beetje sneu uit. Na een half uurtje stonden we klaar voor een rondleiding. Een ontzettend lieve mevrouw met een grappig hoedje vertelde ons enthousiast over de verschillende gebouwen en natuurlijk verhalen over de excentrieke inwoners en de bizarre gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden.



Het oudste gebouw van het complex is de ronde toren. Round Towers zijn typisch Middeleeuwse bouwwerken die door heel Ierland te vinden zijn, en een paar in Schotland. Na vele onderzoeken is men er nog niet over uit wat het nou precies is, theorieën lopen uiteen van een klokkentoren tot een vluchtplaats. Het meest bijzondere gedeelte van de Rock is, naar mijn mening, de twaalfde-eeuwse romaanse Cormac’s Chapel. Het kapelletje bevat deurbogen met schitterende stenen details zoals bloemetjes en mensenhoofdjes, een prachtig plafond met gedeeltes van overgebleven fresco’s, een sarcofaag en nog veel meer. Zo’n gedistingeerde romaanse stijl is uniek in Ierland. Opmerkelijk is de rijkdom die het uitstraalt. De mensenkopjes zijn van duidelijke verschillende etniciteit, dat kennis en reislust aanduid, de stijl van de kapel heeft Germaanse invloeden, en de verf gebruikt voor de fresco’s komt uit Afghanistan en Spanje – en was destijds meer waard dan goud. We liepen verder naar de Kathedraal, een kruisvormig gebouw met enorm hoge muren en ramen. De mevrouw vertelde verhalen over de vreemde bisschoppen die hier woonden, en de machtsbeluste koningen. Weet je nog dat ik laatst wat over Oliver Cromwell vertelde, die brute Engelsman die heel Ierland probeerde te veroveren? Hij liet zijn mannen hier de boel in de hens zetten, inclusief alle inwoners van het dorpje Cashel, die hier hun toevlucht hadden gezocht. Na afloop galoppeerden de Engelsen tevreden door naar hun volgende landgoed – en lieten de kathedraal met 3000 lichamen achter zich.


Wij lieten de Rock ook achter ons om naar Hore Abbey te lopen, een ruïne van een abdij die eenzaam in een grasveld ligt en goed zichtbaar is vanaf de Rock. Dit bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Om er te komen moesten we een aantal hekjes en muurtjes over klimmen en een aantal rotsachtig grasvelden doorkruisen – maar dan heb je ook wat. Dit was natuurlijk hilarisch, gezien één van de muurtjes niet voor kleine mensen was gebouwd en ik er wel op, maar bijna niet van af kon komen, en Arieke mij een soort van opvangen terwijl ik eraf sprong. De abdij is in 1266 gesticht door Benedictijner monniken. Helaas werden zij na zes jaar al vervangen door Cisterciënzer monniken, omdat de aartsbisschop, woonachtig op the Rock, een nachtmerrie had gehad dat de Benedictijner monniken hem zouden vermoorden. Tsja. Ik vond het er erg mooi. De stilte en geïsoleerdheid droegen bij aan de mystiek. Er is niets zo mooi als vergane glorie, met verweerde grafstenen en overwoekerde overblijfselen van abdij.




Eenmaal terug in Cashel zelf, dat een druk en gezellig dorpje is met gekleurde shopfronts en een fijne sfeer, hebben we de Town Trail gelopen die ons langs nog meer moois leidde. Zo kwamen we langs Cashel’s Palace, een groot huis gebouwd door een 18e eeuwse aartsbisschop die zat was van de primitieve leefomstandigheden bovenop de Rock, een ander kasteeltje, twee kerken, Dominican Abbey, een oud bibliotheekje en een stadsmuur met menselijke figuren erin gemetseld. Voldaan trakteerden we ons op een echte Ierse lunch zoals je die in alle pubs kunt krijgen: toasted sandwich geserveerd met grofgesneden chips en coleslaw. Na nog even in de zon te hebben gezeten namen we de bus terug naar Cork, een rit van een uur en veertig minuten langs prachtige vergezichten. Ik keek nog eenmaal achterom en zag de Rock verdwijnen tegen de horizon – en ik vroeg me af of ik ’m ooit nog eens weer zal gaan zien. 



donderdag 13 maart 2014

Fotoverslag VII

Klik op de foto's om ze te vergroten!

Ik begin vandaag alweer aan mijn elfde week hier in Cork... en de helft zit er alweer op. Wat een idee! Afgelopen weken draaide alleen maar om deadlines, deadlines, deadlines - en daarnaast ben ik ook nog ziek geweest, dus vandaar dat ik twee weken niet geblogd heb ;) Ik voel me echter alweer een stuk beter (ondanks dat ik tot eind maart essays moet zitten te schrijven), met dank aan het fantastische weer dat we hier hebben. Het is echt lente en er is elke dag blauwe lucht en zon. Het heeft ook al drie volle dagen niet geregend, niet eens een klein spettertje, dus dat is helemaal verbazingwekkend. Verder heb ik vaak gezellige avondjes met vrienden - dat hoort er ook bij. Omdat het komend weekend Paddy's Weekend is en komende maandag st. Patricksday, zou er vanavond een cursus Ierse dans voor de internationale studenten worden gegeven. Dat gaat echter niet door vanwege te weinig aanmeldingen en daarom hebben mijn vrienden en ik besloten zelf een Ierse Avond te houden vanavond: we gaan gezellig Ierse dingen koken :-)

Spring!

Ik ben zo blij een mooi balkon te hebben nu het weer zo goed is!

Sunsets vanaf mijn balkon.

Linksboven: St. Finbarr's in het zonnetje. Rechtsboven en rechtsonder: Narcissen en andere bolletjes bloeien vrolijk nu het lente wordt. Linksonder: Ook op de campus geniet iedereen van het mooie weer.

Friends

Links: Na boodschappen gedaan te hebben met Arieke hebben we onszelf getrakteerd op een lemon cheesecake die op een boerderij ten westen van Cork gemaakt wordt. Rechtsboven: Etentje! Rechtsonder: Zelf koken in een hostel.

Galway

Nog wat foto's van ons tripje naar de Cliffs of Moher / Galway / Connemara.

Linksboven: regenboog op de vlakten bij de klippen van Moher, waarbij de regenboog letterlijk tot aan de grond kwam. Rechtsboven: Galway Cathedral bij nacht. Onder: Kylemore Abbey.

Links: een kusje voor Oscar Wilde. Rechtboven: spelletjes in het hostel. Rechtonder: Een megagrote wafel die ik niet op kreeg, dank aan Sabi voor de tip!

Cork

Aangezien ik afgelopen weekend verkouden thuis zat, en wat pogingen deed om essays te schrijven, ben ik dit keer niet een dagje op stap geweest (aaah). Aan het eind van beide dagen heb ik daarom een flink eind gewandeld om toch wat frisse lucht en beweging te krijgen. Ik ben straatjes ingelopen waar ik nog nooit geweest was of iets dergelijks, waardoor ik weer een heel ander gedeelte van mijn geliefde stadje te zien kreeg! :-)

De gekleurde huisjes van Cork vervelen nooit.

Linksboven: Volgens deze pub lustte st. Finbarr ook wel een pintje. Rechtboven: boven op een heuvel. Rechtonder: een wijze les op een bankje ergens in de stad.

Ook in Cork is het katholieke geloof alomtegenwoordig.

Holy Trinity Church, vlakbij mijn huis, in het schemerlicht. 

Hier loop ik elke dag langs, lekker langs het water!

maandag 3 maart 2014

Road Trip II: Op naar het Westen!

Klik op de foto's om ze te vergroten!

Met veel moeite wisten we alle tassen, boodschappen en onszelf op vrijdagochtend in de zeven-persoons huurauto te stouwen. Toen uiteindelijk de laatste deur dicht kon startte onze Duitse chauffeuse de motoren en kachelden we rustig en al zingend over de grote weg die van Cork naar het noorden loopt. Vorige keer ging onze road trip naar het lieflijke zuidwesten van Ierland, nu waren we op weg naar het ruige wilde westen - county Galway! Ons hostel stond in Galway-city, een redelijk grote stad en middelpunt van het westelijke gedeelte van Ierland. Op de heenweg namen we een omweg door county Clare, waar ik tweeënhalf jaar geleden ook al eens was. Het was ontzettend leuk om allerlei plaatsnamen en bezienswaardigheden te herkennen. Ik vind het nog steeds één van de mooiste gedeeltes van Ierland en kan dan ook niet wachten er in april weer heen te gaan met mijn ouders.


Hoe dan ook, we waren op weg naar de Cliffs of Moher, waarschijnlijk één van de bekendste bezienswaardigheden van Ierland en sowieso één van de grootste toeristische attracties. Gelukkig waren we weer buiten het toeristenseizoen en was het nog redelijk rustig op de klippen. Uit het blauwgroene water van de Atlantische Oceaan rijzen plots 200-meter hoge kliffen op, een buitengewoon majestueus gezicht. Het behoort tot één van de hoogste klipkusten van Europa, geërodeerd door de eeuwig bewegende zee. Omdat het prachtig weer was, konden we in de verte de Aran Islands zien liggen in de Baai van Galway. Deze prachtige eilanden heb ik al eens bezocht - en ik was erg blij om ze weer te zien! Halverwege, eenzaam en alleen, staat een toren. O'Briens Tower is in 1835 gebouwd door Cornelius O'Brien ten behoefte van de, toen al, groter wordende stroom toeristen. Rijke Victoriaanse toeristen konden vanaf de toren ver kijken. Maar, omdat in Ierland nooit ergens één verhaal over iets is, gaan er ook verhalen dat O'Brien een visionair was die zag dat de Cliffs voor een toerisme-boom zouden kunnen zorgen in de toekomst, en daarmee de lokale economie kunnen stimuleren en mensen te verlossen uit de schrijnende armoede. Een ander, ietwat minder fantastisch verhaal wil ons doen geloven dat O'Brien alleen maar de toren bouwde ter aandacht en appreciatie van het vrouwelijk schoon.

The Cliffs of Moher!

Linksboven en rechtsonder: In Ierland is met erg goed in het maken van geruststellende bordjes. Rechtsboven: Het visitor centre, restaurantje en de verschillende toeristenwinkels zijn in de heuvels gebouwd.
Boven en onder: de klippen. Midden: Het dorpje Liscannor in de verte.

Beide: O'Briens Tower op het hoogste punt van de klippen.

Vanwege het mooie weer hebben we uren over rondgelopen, tot we erachter kwamen dat het al tegen vijven liep en we nog door moesten rijden naar Galway. Toen we het bordje 'Welcome to co. Galway' voorbij reden konden we allemaal meebrullen met het liedje Galway Girl. Ons hostel bleek leuk en gezellig te zijn, met goede keukens waar we lekker hebben gekookt. De rest van de avond hebben we spelletjes gedaan in de gezamenlijke woonkamer en moe van het reizen en de zeelucht gingen we redelijk op tijd naar bed.

De volgende ochtend ontbeten we (we hadden alles van tevoren ingeslagen) in het hostel en namen de rest mee voor lunch - want we wisten niet hoe en waar we wat te eten zouden kunnen krijgen de komende dag. We gingen namelijk op weg naar het ruige en verlaten Connemara, waar niets meer is. Geen bereik, geen winkels en geen dorpjes (oké, er zijn wel 'dorpjes', maar dat houdt niet meer in dan twee huisjes, een hond en 4 schapen). Ik las ooit eens over dit natuurgebied en heb er sindsdien altijd heen gewild, om met eigen ogen te zien hoe eenzaam het daar is. En eenzaam is het, dat kan ik je wel vertellen. We reden 45 km westwaarts, naar Maam's Cross, een dorpje (uhum) waar de autoroute 'Connemara Loop' begint. In Maam's Cross stond 1 hotel, 1 huis, en een man die kippen verkocht. 


Connemara lijkt totaal niet op Kerry, waar we twee weken geleden waren. Connemara is ruig, woest en mysterieus. De bergen zijn paars, bruin en geel, de meren groot en donker. De grond bestaat uit bog, oftewel veen, en het meest gebruikte brandstof in dit gedeelte is dus nog gewoon turf. Niet dat hier nog veel mensen zijn. Hier en daar staan eenzame huisjes, en ik vraag me af wie er wonen en hoe zij leven. Af en toe zien we eens iemand, en vaak zijn het oude mannetjes, met een gebreide trui en een petje, en een bordercollie naast hun been die verbaast opkijkt dat er een auto langs crosst. Dit zijn de mensen die er hun hele leven al wonen en niet beter weten en niet anders willen - zij blijven in de onherbergzame wildernis wonen zoals zij vanaf jongs af aan al doen. Alle jongeren trekken weg want als je geen schapen wilt en geen mosselen wilt telen, dan heb je hier geen toekomst meer. Zelfs in de 17e eeuw stond het al als zodanig bekend. Zo riep de Engelsman Oliver Cromwell eens tegen rebellerende heerschappen: To hell or to Connaught! (Connaught is Connemara)



Opeens kwamen we dit grote beeld tegen. Het bleek een staaltje Ierse humor in the middle of nowhere te zijn.



In Kylemore komen we opeens langs een bizar groot landhuis, dat gebouwd is in de 19e eeuw door een rijkerd - als 'huwelijkscadeautje' voor zijn vrouw. Kylemore Abbey is nu van nonnen, maar je kunt de kamers, de Victoriaanse tuinen én het bijbehorende park en kerk nog steeds bekijken. Helaas hadden we daar geen tijd voor, maar hopelijk kom ik er nog eens terug!

Kylemore Abbey

Links: Honderdduizend schapen in Ierland. Op de weg, langs de weg - overal. Rechts: Het geloof is in Ierland sterk en overal: Jezus is zelfs midden op een berg in Connemara te zien. 



Onder: Het enigste fjord van Ierland!

Rond etenstijd waren we weer terug in de bewoonde wereld, waar we weer in het hostel hebben gekookt. 's Avonds gingen we nog even Galway in, maar het was zo druk dat alle pubs vol waren, dus al snel keerden we weer om voor spelletjes in het hostel. Toen we weer op weg naar het hostel waren, kwam er een monnik op ons af. We hadden de hele avond al mensen in gele hesjes zien lopen, er was duidelijk wat aan de hand. Hij legde uit dat de kerk die avond gratis waxinelichtjes uitdeelde, en dat je die in de kerk aan kon steken. De kerk was de hele avond geopend en verlicht door honderden waxinelichtjes. Wat bijzonder dat ons dat net weer moest overkomen, dus dat deden we graag. De kerk in kwestie was prachtig, en binnen benam het je even de adem. Naast alle schitterende kaarslichtjes speelde er een jongen ontzettend mooie nummers op een akoestische gitaar, en het klonk prachtig. Jong en oud kwam binnen, in uitgaanskleding of speciaal in kerkkleding, stak een kaarsje aan en nam plaats in de bankjes. Ik weet niet hoe lang we daar zo stilletjes gezeten hebben, maar het was heel erg bijzonder, en één van de meest esthetische momenten in Ierland tot nu toe. Het doet je realiseren hoe bevoorrecht je bent om dit allemaal mee te mogen maken - om te mogen wonen en reizen in zo'n mooi land als Ierland. 

De volgende ochtend zijn we nog even door Galway zelf gelopen en hebben we een enorme wafel gegeten alvorens weer koers richting het zuiden te zetten. 

Allemaal: Galway.

Links- en rechtboven: De Claddagh-ring is een traditionele Ierse liefdesring, je ziet 'm in alle toeristenwinkels - maar komt oorspronkelijk uit Galway. Het bestaat uit een gekroond hart, dat door twee handen wordt vastgehouden. Het hart staat voor liefde, de handen voor vriendschap en de kroon voor loyaliteit. Aan de manier hoe mensen de ring dragen, kun je zien of de drager verliefd, verloofd, getrouwd of alleenstaand is. Rechtsonder: Lynch's Castle, nu een bank, is het oudste gebouw in Ierland dat nog steeds in commercieel gebruik is.

Het is fijn je te realiseren dat je echt weer 'thuis' komt in Cork, dat je een thuisgevoel hebt. Vandaag moest ik gelijk weer bezig met essays etc., en na zo'n weekendje weg ging dat weer extra goed. Ik kan er weer tegenaan! :-)