Met veel moeite wisten we alle tassen, boodschappen en onszelf op vrijdagochtend in de zeven-persoons huurauto te stouwen. Toen uiteindelijk de laatste deur dicht kon startte onze Duitse chauffeuse de motoren en kachelden we rustig en al zingend over de grote weg die van Cork naar het noorden loopt. Vorige keer ging onze road trip naar het lieflijke zuidwesten van Ierland, nu waren we op weg naar het ruige wilde westen - county Galway! Ons hostel stond in Galway-city, een redelijk grote stad en middelpunt van het westelijke gedeelte van Ierland. Op de heenweg namen we een omweg door county Clare, waar ik tweeënhalf jaar geleden ook al eens was. Het was ontzettend leuk om allerlei plaatsnamen en bezienswaardigheden te herkennen. Ik vind het nog steeds één van de mooiste gedeeltes van Ierland en kan dan ook niet wachten er in april weer heen te gaan met mijn ouders.
Hoe dan ook, we waren op weg naar de Cliffs of Moher, waarschijnlijk één van de bekendste bezienswaardigheden van Ierland en sowieso één van de grootste toeristische attracties. Gelukkig waren we weer buiten het toeristenseizoen en was het nog redelijk rustig op de klippen. Uit het blauwgroene water van de Atlantische Oceaan rijzen plots 200-meter hoge kliffen op, een buitengewoon majestueus gezicht. Het behoort tot één van de hoogste klipkusten van Europa, geërodeerd door de eeuwig bewegende zee. Omdat het prachtig weer was, konden we in de verte de Aran Islands zien liggen in de Baai van Galway. Deze prachtige eilanden heb ik al eens bezocht - en ik was erg blij om ze weer te zien! Halverwege, eenzaam en alleen, staat een toren. O'Briens Tower is in 1835 gebouwd door Cornelius O'Brien ten behoefte van de, toen al, groter wordende stroom toeristen. Rijke Victoriaanse toeristen konden vanaf de toren ver kijken. Maar, omdat in Ierland nooit ergens één verhaal over iets is, gaan er ook verhalen dat O'Brien een visionair was die zag dat de Cliffs voor een toerisme-boom zouden kunnen zorgen in de toekomst, en daarmee de lokale economie kunnen stimuleren en mensen te verlossen uit de schrijnende armoede. Een ander, ietwat minder fantastisch verhaal wil ons doen geloven dat O'Brien alleen maar de toren bouwde ter aandacht en appreciatie van het vrouwelijk schoon.
The Cliffs of Moher!
Linksboven en rechtsonder: In Ierland is met erg goed in het maken van geruststellende bordjes. Rechtsboven: Het visitor centre, restaurantje en de verschillende toeristenwinkels zijn in de heuvels gebouwd.
Boven en onder: de klippen. Midden: Het dorpje Liscannor in de verte.
Beide: O'Briens Tower op het hoogste punt van de klippen.
Vanwege het mooie weer hebben we uren over rondgelopen, tot we erachter kwamen dat het al tegen vijven liep en we nog door moesten rijden naar Galway. Toen we het bordje 'Welcome to co. Galway' voorbij reden konden we allemaal meebrullen met het liedje Galway Girl. Ons hostel bleek leuk en gezellig te zijn, met goede keukens waar we lekker hebben gekookt. De rest van de avond hebben we spelletjes gedaan in de gezamenlijke woonkamer en moe van het reizen en de zeelucht gingen we redelijk op tijd naar bed.
De volgende ochtend ontbeten we (we hadden alles van tevoren ingeslagen) in het hostel en namen de rest mee voor lunch - want we wisten niet hoe en waar we wat te eten zouden kunnen krijgen de komende dag. We gingen namelijk op weg naar het ruige en verlaten Connemara, waar niets meer is. Geen bereik, geen winkels en geen dorpjes (oké, er zijn wel 'dorpjes', maar dat houdt niet meer in dan twee huisjes, een hond en 4 schapen). Ik las ooit eens over dit natuurgebied en heb er sindsdien altijd heen gewild, om met eigen ogen te zien hoe eenzaam het daar is. En eenzaam is het, dat kan ik je wel vertellen. We reden 45 km westwaarts, naar Maam's Cross, een dorpje (uhum) waar de autoroute 'Connemara Loop' begint. In Maam's Cross stond 1 hotel, 1 huis, en een man die kippen verkocht.
Connemara lijkt totaal niet op Kerry, waar we twee weken geleden waren. Connemara is ruig, woest en mysterieus. De bergen zijn paars, bruin en geel, de meren groot en donker. De grond bestaat uit bog, oftewel veen, en het meest gebruikte brandstof in dit gedeelte is dus nog gewoon turf. Niet dat hier nog veel mensen zijn. Hier en daar staan eenzame huisjes, en ik vraag me af wie er wonen en hoe zij leven. Af en toe zien we eens iemand, en vaak zijn het oude mannetjes, met een gebreide trui en een petje, en een bordercollie naast hun been die verbaast opkijkt dat er een auto langs crosst. Dit zijn de mensen die er hun hele leven al wonen en niet beter weten en niet anders willen - zij blijven in de onherbergzame wildernis wonen zoals zij vanaf jongs af aan al doen. Alle jongeren trekken weg want als je geen schapen wilt en geen mosselen wilt telen, dan heb je hier geen toekomst meer. Zelfs in de 17e eeuw stond het al als zodanig bekend. Zo riep de Engelsman Oliver Cromwell eens tegen rebellerende heerschappen: To hell or to Connaught! (Connaught is Connemara)
Opeens kwamen we dit grote beeld tegen. Het bleek een staaltje Ierse humor in the middle of nowhere te zijn.
Links: Honderdduizend schapen in Ierland. Op de weg, langs de weg - overal. Rechts: Het geloof is in Ierland sterk en overal: Jezus is zelfs midden op een berg in Connemara te zien.
Onder: Het enigste fjord van Ierland!
Rond etenstijd waren we weer terug in de bewoonde wereld, waar we weer in het hostel hebben gekookt. 's Avonds gingen we nog even Galway in, maar het was zo druk dat alle pubs vol waren, dus al snel keerden we weer om voor spelletjes in het hostel. Toen we weer op weg naar het hostel waren, kwam er een monnik op ons af. We hadden de hele avond al mensen in gele hesjes zien lopen, er was duidelijk wat aan de hand. Hij legde uit dat de kerk die avond gratis waxinelichtjes uitdeelde, en dat je die in de kerk aan kon steken. De kerk was de hele avond geopend en verlicht door honderden waxinelichtjes. Wat bijzonder dat ons dat net weer moest overkomen, dus dat deden we graag. De kerk in kwestie was prachtig, en binnen benam het je even de adem. Naast alle schitterende kaarslichtjes speelde er een jongen ontzettend mooie nummers op een akoestische gitaar, en het klonk prachtig. Jong en oud kwam binnen, in uitgaanskleding of speciaal in kerkkleding, stak een kaarsje aan en nam plaats in de bankjes. Ik weet niet hoe lang we daar zo stilletjes gezeten hebben, maar het was heel erg bijzonder, en één van de meest esthetische momenten in Ierland tot nu toe. Het doet je realiseren hoe bevoorrecht je bent om dit allemaal mee te mogen maken - om te mogen wonen en reizen in zo'n mooi land als Ierland.
De volgende ochtend zijn we nog even door Galway zelf gelopen en hebben we een enorme wafel gegeten alvorens weer koers richting het zuiden te zetten.
Links- en rechtboven: De Claddagh-ring is een traditionele Ierse liefdesring, je ziet 'm in alle toeristenwinkels - maar komt oorspronkelijk uit Galway. Het bestaat uit een gekroond hart, dat door twee handen wordt vastgehouden. Het hart staat voor liefde, de handen voor vriendschap en de kroon voor loyaliteit. Aan de manier hoe mensen de ring dragen, kun je zien of de drager verliefd, verloofd, getrouwd of alleenstaand is. Rechtsonder: Lynch's Castle, nu een bank, is het oudste gebouw in Ierland dat nog steeds in commercieel gebruik is.
Het is fijn je te realiseren dat je echt weer 'thuis' komt in Cork, dat je een thuisgevoel hebt. Vandaag moest ik gelijk weer bezig met essays etc., en na zo'n weekendje weg ging dat weer extra goed. Ik kan er weer tegenaan! :-)
Het landschap is echt ruiger, doet me ook denken aan Schotland! Echt prachtig.
BeantwoordenVerwijderenHet is steeds weer fijn om je verhalen te lezen Sanne en dat je ons mee laat genieten van je tijd in Ierland!
BeantwoordenVerwijderen