zaterdag 17 oktober 2015

Van Lauwerszee tot Dollard tou, deel 2: de Westpolder

In deze serie fiets ik langs de Groninger zeedijk van het Lauwersmeer naar de Dollard. Ik ontdek op die manier de Groninger kustlijn en stuit daarbij op mooie plaatsjes en interessante verhalen. Kortom: Van Lauwerszee tot Dollard tou! 

Vanaf Lauwersoog fiets ik in oostelijke richting over de Kustweg. Aan mijn rechterhand bevindt zich het Lauwersmeergebied, aan mijn linkerhand de dijk. Achter de dijk strekken zich kwelders uit zover als het oog rijkt. De wind waait er hard en er krijsen meeuwen. Het is even flink trappen om vooruit te komen. Plots buigt de dijk naar het noordoosten en maakt het Lauwersmeergebied plaats voor een weids lapjesland van akkerbouw. Dit is de Westpolder.  

De polder ligt op de grens van de Waddenzee en de voormalige Lauwerszee en werd aangelegd tussen 1873 en 1876. Het initiatief om het buitendijkse gebied ten noorden van Vierhuizen in te polderen kwam vanuit een aantal lokale boeren die recht hadden op de kweldergronden. Maar er leek wel een vloek te rusten op de inpoldering en bedijking van het gebied… 

De Westpolder

Een jaar na aanvang van de werkzaamheden bleek al dat de dijk, die deels klaar was, niet bestand was tegen het water. In het voorjaar van 1874 sloeg het woeste water toe en verzwolg een groot deel van de dijk. En niet alleen de dijk verdween in de golven – ook dertien polderwerkers van wie de onderkomens niet voldoende versterkt waren. Vreemd genoeg is dit een redelijk onbekende ramp, zeker in tegenstelling tot die van drie jaar later. 

Enfin, na dat ongelukkige voorjaar van 1874 kwam het project niet echt goed meer op de rails. Er ontstonden grote financiële problemen omdat polderwerkers staakten en betere onderkomens eisten (geef ze eens ongelijk), en omdat de dijk nogmaals beschadigd werd tijdens een herfststorm in datzelfde jaar. Er kwam een achterstand in het werk en de kosten bleven maar stijgen. Uiteindelijk werd door de boeren besloten de aannemer uit te kopen en in zee te gaan met een andere aannemer. Daarmee ging het beter en uiteindelijk kwam de Westpolder gereed in 1875. 

Er verrezen enkele enorme boerenhoeven. De hoog uitgevallen lasten wogen zwaar op de schouders van de boeren en er moest dus snel veel geld verdiend worden. 

Één van die grote boerenhoeven: Klein-Midhuizen (foto: Hans Zant)

Maar helaas – enkele jaren na de voltooiing van de inpoldering hadden de weergoden het wederom voorzien op de Westpolder. In de nacht van 30 op 31 januari 1877 werd de polder getroffen door een stormvloed. De hele dag was het slecht weer geweest en sloeg er zeewater over de dijk. En toen brak ’s nachts de dijk op twee plekken, waardoor in korte tijd de halve polder vol water stond. De grote boerderijen overstroomden, pannen vlogen van het dak en arbeidershuisjes stortten ineen. Sommige veehouders verloren al hun schapen en varkens in de golven. 

Veertien mensen vonden de dood. Op het kerkhof van de kerk van Vierhuizen staat een monumentje ter nagedachtenis aan de dertien doden die in Vierhuizen zijn gevallen tijdens die overstroming van de Westpolder in 1877. Zij liggen in een gezamenlijk graf ergens onder de grond. Er kwam ook een veertienjarig meisje om, zij was uit te logeren in Vierhuizen en ligt begraven in Houwerzijl.

Maar daar houdt het niet op. Terwijl er gelijk met de herstelwerkzaamheden was begonnen in februari 1877, was het met Pasen weer raak. Een vloed zette de gehele polder wederom onder water en hoewel er geen slachtoffers vieren, zorgde de verzilting van de grond de jaren erop voor slechte oogsten. De herstelkosten moesten de inwoners zelf betalen. Maar de noeste Groningers wisten zich te handhaven en kwamen er weer bovenop.

Monument te Vierhuizen, ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de overstroming van 1877. Maar waarom niet voor de polderwerkers uit 1874?

Ik zei al: er leek wel een vloek te rusten op de Westpolder. In 1994 werd op de oude Lauwerszeedijk een monument onthuld als herinnering aan de trieste geschiedenis van de polder.

Gelukkig zijn de dijken anno 2015 een stuk sterker. Ik fiets door een prachtig landschap. Er lopen enkele rechte wegen door de velden, maar verder is er bijna niets. 

De Westpolder wordt gedomineerd door zeven grote boerderijen die in lijn van zuidwest naar noordoost midden in de polder staan. Hier woonden de rijke boerengeslachten zoals we die kennen in de Groninger geschiedenis. Leden van enkele van deze families, zoals Mansholt, Louwes en Zijlma, bekleedden hoge bestuursfuncties. De boerderijen hebben allemaal een eigen naam. In 1875 werden de boerderijen Nieuw Midhuizen, Manneplaats en Torum gebouwd, in 1876 Nieuw Onrust, Nieuw Zeeburg en Fletum en in 1901 Klein Warkemaheerd. 

Midhuizen (foto: Hans Zant)

Klein-Midhuizen (foto: Hans Zant)

Wat opvallend is, is dat Torum en Fletum genoemd zijn naar voormalige dorpjes in het verdronken Reiderland bij de Dollard – aan de andere kant van de provincie dus. Torum is waarschijnlijk de bekendste boerderij: het werd gebouwd door Derk Roelof Mansholt, grootvader van Sicco Mansholt. Sicco is geboren op Torum. Iedereen die wat weet van het Europees landbouwbeleid of die Frank Westerman’s briljante Graanrepubliek heeft gelezen, zal wel bekend zijn met Sicco Mansholt. Van 1945-1958 was hij minister van Landbouw, van 1958-1972 Europees commissaris belast met landbouw en in 1972-1973 voorzitter van de Europese commissie. 

Mansholt was de geestelijke vader van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid. Subsidiëring van de landbouw zou van boeren arbeiders maken waarmee boeren deel konden nemen aan de delen van de burgerlijke cultuur die voor arbeiders openstonden, zoals vakanties. Het kwam er op neer dat de staat alle grond tegen een redelijke prijs van de boeren zou opkopen, en dat de boeren daarop pachter zouden worden, waardoor de staat zou kunnen bepalen wat en hoeveel er verbouwd zou gaan worden. In de periode na zijn tijd als Eurocommissaris kreeg Mansholt spijt van de invoering van de landbouwsubsidies en schaalvergroting. Maar zijn pogingen om deze ongedaan te maken mislukten.

Wat een levensverhaal hè. Nou, die man komt dus van de boerderij Torum. Vanaf Torum is het niet ver meer naar het dorpje Vierhuizen. Vierhuizen is een klein, verstild dorpje temidden van weilanden. Je zou haast niet merken dat het er ligt; auto’s razen er snel aan langs op weg naar Zoutkamp of Lauwersoog. Er is één weg waarmee je aan de ene kant het dorp inkomt en aan de andere kant er weer uitgaat, afgezien enkele doodlopende zijweggetjes en een smal kerkepad richting Zoutkamp. Vroeger, toen de Westpolder nog niet bestond, lag Vierhuizen aan zee. Er wordt wel eens verteld dat het dorp een heus zeeroversnest is geweest… Voor meer over Vierhuizen, lees dan mijn artikel ‘Een avond in Vierhuizen’ van 17 mei 2015.

Vierhuizen


Vierhuizen

Ik verlaat Vierhuizen in noordoostelijke richting en passeer daarbij gehuchten als Menneweer, Midhuizen en Westerhorn. In de verte zie ik de herkenbare kerktoren van Hornhuizen. Volgende keer stap ik daar weer op! 

Bronnen
Weerden, J.S., van. De Westpolder: de geschiedenis van een Waddenpolder en zijn ingelanden. Waterschap Westpolder, 1960.
Westerman, F. De Graanrepubliek. Amsterdam: Atlas, 1999.
www.marnegebied.nl 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten