Zaterdagochtend,
half tien. Op een digitaal bordje aan de muur lichten rode cijfers op, die
aangeven welke psalm gezongen moet worden. Het is niet erg druk. Op de voorste
rij bevindt zich een groepje nonnen, verder naar achteren zitten een aantal
oude vrouwen. De mensen gaan staan. Bij de afsluiting van de dienst spreekt de jonge
pastoor zijn wens uit dat iedereen goed door de hete dag komt. Buiten is het
zinderend heet, maar in deze grote kerk is er niets van te merken. De vrouwen zakken
zo goed en kwaad als het gaat even door hun knieën en slaan een kruis richting
het altaar. Daarna verlaten ze één voor één de kerk.
De
Lambertikirche in de Duitse stad Münster, op ongeveer twee uur rijden vanaf de
stad Groningen, is van oudsher een stads- en marktkerk. Dit heeft te maken met
de locatie van de kerk: deze ligt op een snijvlak van zowel de verschillende
markten als de verschillende handelsroutes van deze, toen al, belangrijke
handelsstad. Kooplieden financierden rond 1375 de bouw van dit godshuis, om een
tegenhanger van de oppermachtige Dom te creëren. Het is voornamelijk een
laatgotisch gebouw, opgetrokken uit zandsteen uit de naburige plaats
Baumbergen. Je zou uren langs de buitenkant kunnen lopen en je verwonderen over
het weelderige bouwwerk, de vele figuren en symbolen die er te zien zijn. Toch
verschilt de kerk niet veel van alle andere gotische gebouwen die er in
west-Europa te vinden zijn.
Wat is er dan zo bijzonder aan de kerk? Het
antwoord is te vinden als je naar boven kijkt en omhoog tuurt: de drie ijzeren
kooien die aan de hoge toren hangen. De aanblik van deze kooien laat je meteen
weten dat hier iets ergs is gebeurd. En, net als zo vaak in de geschiedenis van
de stad Münster, speelt ook Nederland een rol in deze ijzingwekkende episode.
In 1523
sprak zich in het Zürich voor het eerst iemand uit voor de volwassenendoop. Het
was de leider van de Reformatie in Zwitserland, Ulrich Zwingli. Hoewel hij
later zelf zijn standpunt herzag, had hij al vele mensen beïnvloed. De eerste
doperse gemeentes begonnen te ontstaan. Zij kregen de naam anabaptisten, of
wederdopers. Deze nieuwe stroming binnen de reformatie verspreidde zich via
Duitsland ook naar Nederland, door onder andere Melchior Hoffman en Jan Matthys.
In 1533 leerde Jan Matthys de kleermaker Jan van Leiden kennen en doopte hem. Daar
bleef het niet bij: hij werd benoemd tot apostel om de boodschap van de
wederdopers te verkondigen.
Jan van
Leiden moet een kleurrijk man zijn geweest. Naast kleermaker en apostel was hij
ook nog eens herbergier, zanger, rijmdichter, toneelspeler en trotse echtgenoot
van maar liefst zeventien vrouwen. Waarschijnlijk heeft hij ook nog eens
eigenhandig eentje onthoofd. Haar pantoffel is nog te zien in het Rathaus van
Münster.
Ondertussen
hadden de wederdopers in Münster een meerderheid in de gemeenteraad gekregen en
werd de stad tot een anabaptistisch bolwerk gemaakt. Beide Jannen wisten het tot
leiders van de stad te schoppen. Toen Jan Matthys begin april 1534 om het leven
kwam, bleef Jan van Leiden als enige over. In september nam hij de titel ‘koning’
aan, en stichtte het theocratische koninkrijk ‘Sion’. Met behulp van twaalf
zogenaamde apostelen, een stadhouder en een rijkskanselier wist hij een
schrikbewind te voeren. Verzet eindigde vaak in bloed. In het koninkrijk werden
alle boeken met uitzondering van de bijbel verbrand, en er werd een gemeenschap
van goederen ingevoerd. Daarnaast heerste er ook geen verbod meer op polygamie.
Op overtreding van de tien geboden stond de doodstraf. Er heerste een heftige
hongersnood terwijl de wederdopers een apocalyps verwachtten. Jan had zoveel mooie dingen beloofd als apostel, maar er kwam
niets anders van terecht dan dood en verderf.
Het was
dus alweer snel afgelopen met de pret. In juni 1535 namen de troepen van de
bisschop en de landgraaf van Hessen de stad in, na harde gevechten met de wederdopers.
Jan werd gevangen genomen en als een bezienswaardigheid door het land gevoerd. In
januari 1536 werd hij met twee van zijn medestanders doodgemarteld. Hun lijken
werden ter afschrikking in kooien geplaatst en aan de kerktoren gehangen. Daar hebben
ze ruim 49 jaar liggen wegrotten.
Bijna 478 jaar later hangen
de kooien er nog steeds. De boodschap is nog altijd even duidelijk als al die
jaren geleden: aan de Kerk valt niet te twisten, niet te spotten, niet te
winnen. De nonnetjes schuifelen de warme zonnestralen tegemoet. Boven hen
hangen de dreigende kooien. En hoewel de temperatuur de dertig aantikt, voel ik
een rilling over mijn rug lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten