woensdag 14 augustus 2013

De verdwenen dorpen Westerdijkshorn en Onderwierum

Macarius Lunseman had het niet gemakkelijk. Als eerste hervormde predikant van Westerdijkshorn moest hij leven van de opbrengst van de kerk en de goederen die het bezat. Helaas waren deze inkomsten niet genoeg om van te leven. Om wat meer te verdienen werd er in 1604 besloten dat Lunseman ook dominee mocht worden van het buurdorp Onderwierum. Deze taak viel Lunseman te zwaar, waardoor hij in 1618 werd ontslagen uit zijn ambt. Twee jaar later overleed hij.                           

Ruim 393 jaar  later is er veel veranderd. Westerdijkshorn en Onderwierum bestaan nog steeds, maar zijn tot gehuchten verworden. Westerdijkshorn behoort tot Bedum, Onderwierum tot Onderdendam. Er staan nog slechts een paar huizen verspreid in de weilanden, en de kerken zijn verdwenen. Wat is er gebeurd met deze dorpen, waarom bestaan ze niet meer? En is er nog iets over van die verloren tijd? Ik besluit dat de enige manier om daar achter te komen is om er heen te gaan. In Bedum leen ik een fiets en een gids in de vorm van Everhard en rijd richting Westerdijkshorn. 



Het kerspel Dijckshorne werd in de 13e of 14e eeuw gesticht. Een kerspel was de kleinste politieke eenheid waarbij de kerk het centrale punt was. De kerk stond op een opgeworpen wierde aan de zuidkant van het dorp. Hier is helaas geen enkele afbeelding van bewaard gebleven. Op het kerkhof werd in de 15e eeuw een vrijstaande klokkentoren gebouwd. De toren is meerdere malen van ellende in elkaar gestort en ontelbare keren gerenoveerd, maar hij staat nog steeds. In de toren hangt een klok die stamt uit 1658. De kerk zelf is in 1802 afgebroken, waardoor het schaarse aantal inwoners zich over de kleine boerenweggetjes richting Onderwierum moesten slepen om de dienst bij te wonen.



Wanneer ik in de stromende regen tussen de weilanden door richting Westerdijkshorn slinger, doemt de toren al op. Helaas – en geheel in stijl met de geschiedenis van de toren – blijkt het te worden gerenoveerd en staat het verpakt in plastic en steigers. Zelfs het kerkhofje mag niet betreden worden in verband met de werkzaamheden. Het is een vreemd gezicht, zo’n hoge statige toren, midden in de landerijen. We blijven een tijdje schuilen onder een boom en als de bui voorbij is, rijden we verder. Er staan in Westerdijkshorn nog een redelijk paar huizen langs het weggetje, de één nog mooier dan de ander. Dan houdt het opeens op en is er niets meer. Om mij heen het mooie, platte groene land, en daarboven een schilderachtige lucht. Nergens zie je de lucht zo goed als in Groningen. Helaas ondervind je ook nergens zo’n harde tegenwind als in Groningen. Hoe je ook fietst, je hebt altijd wind tegen.


 

Foto van de toren van Westerdijkshorn, via nlwandel.nl

Onderwierum is wat moeilijker te vinden. Er staat hier en daar een boerderij, verder overheerst vooral de leegte. Toch staat er opeens een roodwit bordje dat aanwijst dat we bijna bij de begraafplaats van Onderwierum zijn. Ik kijk om mij heen maar zie niets. Geen cluster van huizen, geen wierden, niets. Het bordje wijst richting een weiland met wat bossen. We zetten de fiets neer en baggeren door het gras. We passeren een vriendelijke, loslopende pony. Dan opeens gaat het graspad over in een bruggetje, waarna je opeens midden in het bosje staat. We lopen door een hekje en opeens ligt daar voor ons een kleine wierde. Alleen deze verhoging mocht blijven; de rest van de wierde is na het teloor gaan van het dorp afgegraven. 



















Onleesbare grafstenen, uitsluitend uit 18e en 19e eeuw liggen in een ietwat vreemde volgorde verspreid over het gras. In het midden is niets. Hier stond het kerkje dat in 1840 is afgebroken. Een informatief A4’tje in een plastic mapje ligt onder een kei op een verweerd bankje. Er heerst een vredige rust. De zon breekt door en droogt het gras. Op de grafzerken staan de meest prachtige (familie)wapens afgebeeld, waarbij, vreemd genoeg, veel paarden voorkomen. Het is moeilijk te geloven dat hier eens genoeg mensen woonden om een kerkje te vullen. Ik denk aan Macarius Lunseman, die met zijn kraag omhoog en bijbel onder de arm het hele stuk moest lopen van Westerdijkshorn naar Onderwierum, door de regen en de snijdende wind. Het moet een strijd geweest zijn.



Westerdijkshorn en Onderwierum zijn slechts twee voorbeelden van verdwenen dorpen in Groningen. Hoewel de meeste dorpen in onze provincie zijn verdwenen door overstromingen, behoren deze twee tot een andere categorie. Dit zijn de dorpen die vanaf hun stichting al weinig tekenen van levensvatbaarheid toonden. Vanaf de Middeleeuwen was er meestal al sprake van achteruitgang en leegloop. Het kerkje werd te weinig bezocht om te kunnen worden onderhouden en werd als gevolg gesloopt, waarna ook de wierde werd afgegraven om de vruchtbare grond elders te gebruiken.                   

Het is geheel opgeklaard en zonnig wanneer we Onderwierum weer verlaten. Terug op de fiets kijk ik nog eenmaal om, naar het verborgen kerkhofje. Er is niets te zien, geen enkel teken dat daar in de bosjes op het weiland zo’n treurige geschiedenis van een verdwenen nederzetting schuilgaat. Er is alleen maar wind.







1 opmerking:

  1. Prachtig ! Nog zoveel te ontdekken in de provincie Groningen.

    BeantwoordenVerwijderen