Meneer W.G. Veenland en zijn dochter staan mij rond half elf op te wachten bij de kerk in Onderdendam. Meneer Veenland weet ontzettend veel over de geschiedenis van de omgeving en heeft een passie voor deze kerk. Het is dan ook echt een plaatje: simpel, maar licht en netjes. De witte muren en grote ramen geven de kerk een frisse uitkijk. Dat is niet altijd zo geweest. ‘‘Wij kwamen hier begin jaren zeventig wonen. De kerk was toen hevig verwaarloosd. De vloer was verzakt, de banken afgebladderd en alles viel haast van ellende uit elkaar. Gelukkig kwamen er meer nieuwe families in de buurt wonen die een restauratie van de kerk op touw wilden zetten. Dit gebeurde in 1972.’’
Er wordt nog elke week een dienst gehouden in de
kerk. ‘‘De kerk van Onderwierum werd gesloopt toen deze kerk net stond, in
1841. Men moest toen van Onderwierum naar Onderdendam lopen om een dienst bij
te wonen, in plaats van andersom. Maar de belangrijkste spullen hebben ze
meegenomen naar deze kerk, kijk maar.’’ Meneer Veenland wijst op twee oude
grafzerken, die kunstig in de muur zijn gemetseld. ‘‘Dit waren de twee oudste
grafzerken van Onderwierum, beide van predikantsvrouwen. De één stamt uit 1642,
de ander uit 1677.’’ Ze zijn goed opgeknapt en duidelijk leesbaar. Beide
vrouwen waren volgens de zerken ‘zeer christelijk’ overleden. Verder staat er
pontificaal in het midden een houten avondmaalstafel uit 1806 en hangt er aan
de muur een sleutel van indrukwekkende afmetingen, allebei van de kerk te
Onderwierum. Maar de grote blikvanger is – in ieder geval voor mij – toch echt
het mooie doopbekken uit 1651 die twee eeuwen later na zijn fabricatie van
Onderwierum naar Onderdendam is gesleurd. Ik vind het geweldig dat deze spullen
bewaard zijn gebleven. Het maakt alles veel echter; Onderwierum lijkt
dichterbij.
Meneer Veenland en zijn dochter geven mij een
verdere rondleiding door de kerk. We lopen de trap op. Het orgel komt uit 1840,
en is in 1997 gerestaureerd. Het orgel kent ivoren toetsen. De dochter van
meneer Veenland speelt ongeveer eens in de zeven weken. Ze neemt plaats en
speelt een prachtig stuk. Ik vind het heel bijzonder. Als kind waste ze als
vakantiebaantje de ramen van deze kerk, en jaren later is de betrokkenheid nog
niet minder. Na dit muzikale intermezzo nemen we plaats op de kerkbankjes en drinken
een kop koffie. Meneer Veenland tovert een tekeningetje in een lijstje
tevoorschijn. Het is een afbeelding van de kerk van Onderwierum. Volgens het
tekeningetje moet het een redelijk klein en simpel, romaans gebouwtje zijn
geweest. ‘‘Ik heb de originele tekening voor het eerst zien hangen in het
klooster van Ter Apel. Ken je dat?’’ Mijn mond valt open. Ik heb nooit geweten
dat er een verwijzing naar Onderwierum hangt in het klooster dat ik zo goed
ken. Ik ben in Ter Apel opgegroeid. Ik moet lachen om deze vreemde maar
tegelijkertijd bijzondere gewaarwording. Het cirkeltje is rond.
We moeten het origineel binnenkort maar eens in het klooster gaan bekijken :).
BeantwoordenVerwijderen