Maandag om 14u had ik mijn allereerste vak Humanitarian Action in Development. Als goede Nederlandse studenten stonden Hanna, een ander meisje uit Groningen die ik hier heb leren kennen, en ik tien minuten van tevoren voor de deur. De tijd kroop voorbij en een kwartier later was er nog steeds niemand in zicht. Uiteindelijk kwamen er drie andere studenten aan keuvelen en bij ons staan. Toen ik aan hen vroeg of zij wisten of de docent, mr. Fitzgibbon, ook nog zou komen, keken ze me even vreemd aan, en begonnen toen te lachen. ‘Oooh, you mean Mike?’ Blijkbaar zijn de studenten en docenten hier on first name terms. Dat merkte ik ook de rest van de week, omdat alle docenten hun mailtjes alleen met hun voornaam ondertekenen. Om 14.15u kwam hij dan toch uiteindelijk. Mike had een groezelige baard en niet goed passende kleding. Hij kondigde meteen aan dat hij het redelijk kort ging houden de eerste dag. Bovendien waren er slechts zeven studenten van de ruim twintig die zich hadden opgegeven (er geldt hier geen aanwezigheidsplicht), dus had het ook allemaal niet zoveel zin. Mike verkondigde tegelijk dat hij zelf geen specialist op dit gebied is, en de module dus vooral uit gastcolleges zal bestaan. Toen hij de sprekers voorstelde mompelde hij steeds iets van ‘hij liever dan ik’ of ‘poor fellow’ en grinnikte in zichzelf. De gastcolleges worden vaak gegeven door graduate students, waarvan hij veronderstelde dat iedereen hen kende. Iedereen kent elkaar in deze stad, die toch net zo groot is als Groningen. Hanna en ik hadden een vraag over een onderdeel in een essay wat wij niet goed begrepen, en in plaats van het uit te leggen riep hij simpelweg: ‘you can leave that out girls!’ Na het college zijn Hanna en ik even warme chocomelk wezen drinken om gezamenlijk deze cultuurshock te boven te komen en de verschillen met het onderwijs in Groningen te bespreken.
Mistroostigheid
De volgende dag was ik weer om 14u op de campus voor het vak Nuclear Politics and Proliferation. Dit was een verademing en een stuk meer te vergelijken met Groningen, de beste man had zelfs studiehandleidingen gemaakt en hij had een colbertje aan. Het was een heel interessant college dat was afgelopen rond 16u. Echter, om 16u moest ik ook weer op een andere locatie zijn voor het volgende college dat ik zou hebben, Contemporary International Crises. Ik moest ruim een tien minuten lopen en ik had er ongeveer vijf om er te komen (dacht ik). Hijgend kwam ik bij het desbetreffende gebouw aan, dat heel groot bleek te zijn. De lift kwam maar niet dus ik moest vier verdiepingen omhoog sprinten. Ik zag het al helemaal voor me: een grote klas die mij aan zat te staren terwijl ik te laat binnen kwamen stuiven en een chagrijnige docent. Met sterretjes voor mijn ogen kwam ik het lokaal binnen racen, waar nog niemand bleek te zitten. De rest van de studenten kwam tien minuten later nog binnen sjokken en de docent een kwartier later. Zucht. Volgende keer loop ik op een normaal tempo. De docent, van oorsprong Duits, was alles behalve chagrijnig. Hij praatte aan één stuk door, maakte de ene grap na de andere (waar hij vervolgens zelf het hardste om lachte en met zijn hoofd op tafel ging liggen), stuiterde door de klas als een cartoon, zwaaide non-stop met zijn armen en was zonder meer de meest bijzondere docent die ik ooit heb gehad. Toen ik later een mailtje van hem kreeg zette hij er in het Nederlands ‘Tot ziens’ onder, wat ik heel aardig vond!
Campus
Op woensdag had ik om 11u het vak Sociology
of Religion and Civilizations, wat gegeven werd door wederom een bijzonder
figuur (ze houden niet op hier), een Hongaar met een megazwaar accent. Het is
bijna niet te verstaan. Dat hij praatte op de snelheid van een mitrailleur werd
er ook niet veel beter op. In de middag heb ik nog wat dingetjes geregeld, met vriendinnetjes koffie gedronken en een library tour gehad. Om 16u was het dan weer tijd voor het
volgende vak: US Foreign Policy in the
Cold War. Een heerlijk vak, op niveau, en waar redelijk wat van je verwacht
wordt. De docent, David Ryan, is één van de meest vooraanstaande wetenschappers op dat
gebied, en hij geeft dan ook heel fijn college. Die avond ben ik met een aantal
meiden weer naar the Gables gegaan, de pub met live muziek. Er waren nu wel
acht muzikanten, wat heel gezellig was. Het mooie is dat traditionele muziek
hier ook heel erg leeft onder de jongeren. De Ierse cultuur blijft zo goed
bewaard omdat Ierse jongeren er ook trots op zijn. Zo speelde een jongen de
dwarsfluit, een andere jongen een soort doedelzak en een jongen met tattoo’s en
hip haar speelde viool.
Campus
Op donderdag had ik nog één college (ja ja, op vrijdag ben ik vrij), Global Politics. Toen ik binnen kwam was ik licht in shock omdat de docent gewoon gelijk begon met college geven en iedereen heel goed wist wat ze aan het doen waren. Ik kon hieraan afleiden dat het vak ook in het eerste semester was gegeven. Na afloop ben ik naar de docent gegaan en die zei dat het geen probleem was, en mij alle informatie zou mailen. Gelukkig kan ik dit vak gewoon blijven doen, want ik vind het erg interessant. We begonnen gelijk met terroristische organisaties, één van mijn favoriete onderwerpen (oké, dat klinkt luguber). ’s Avonds ben ik naar de Appreciation of Hot Beverages Society geweest, waar ik thee heb gedronken en Oreo’s heb gegeten en heel veel andere internationale studenten heb ontmoet.
De volgende dag, vrijdag, was ik vrij, maar ik moest toch even naar de campus voor het regelen van wat verschillende dingen. De rest van de dag heb ik getracht te beginnen met studeren en ’s avonds ben ik op stap geweest met vriendinnetjes. Vanmiddag gaan we naar een rugbywedstrijd van het UCC team, en morgenochtend gaan we Irish Breakfast eten in de stad. Enne, oh ja, tussendoor ook nog studeren natuurlijk.
Hi Lieve Sanne! Mooi en leuk stukje weer...en grappig..zie de nutty professors bijna voor me!! Druk programma heb je...2 vakken erbij! x
BeantwoordenVerwijderen