Je kunt veel opbouwen in hele korte tijd. Toen ik op 2 januari afgezet werd voor mijn nieuwe woning, in mijn nieuwe stad, had ik nog niets. Ik kende er niemand, ik kende de weg niet, ik wist niet waar de supermarkten zaten, waar de universiteit was. En nu zit ik hier, in een kamer vol posters en foto’s en kaartjes, die ik niet meer uit mijn leven weg kan denken, met een groep supergoede vrienden, mijn hoofd vol fijne herinneringen, in een stad die ik zo goed heb leren kennen. Om dit achter me te moeten laten, is een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant ben ik blij mijn familie en vrienden weer op reguliere basis te kunnen zien, aan de andere kant ben ik heel verdrietig ‘mijn’ Ierland en haar bevolking achter te moeten laten. Want ik weet, deze wereld krijg ik nooit meer terug. Ik kan terugkeren naar Ierland, en Cork, dat gaat vast en zeker ook nog vaak gebeuren, maar mijn leven zoals die nu is – mijn vriendenkring, mijn kamertje – krijg ik nooit meer op die manier terug.
Het is een super tof, vreemd, wild, gek, en geweldig avontuur geweest, om een nieuwe wereld op te bouwen ‘from scratch’. Het is bij tijd en wijle ook heel verwarrend geweest. Je leeft altijd in ‘twee’ werelden; ook al ben ik in Cork, er is ook nog een wereld in Nederland. Een vriendin hier zei ooit tegen mij: je wilt altijd beide, maar het valt nooit te mixen, en dus ben je nooit helemaal 100 procent tevreden. En dat klopt. Ik vond het heerlijk hier te wonen, maar ik miste mijn familie. En dat zal andersom ook zo zijn. Verder heb ik geen idee hoe mijn ‘re-integratie’ in Nederland zal gaan verlopen. Ik heb van veel mensen gehoord dat de omgekeerde cultuurshock nog veel erger is dan de shock begin januari; want niemand bereid je voor op het feit dat je straks je eigen land of cultuur niet goed meer herkent, of dat je alles met Ierland gaat vergelijken.
Ierland is een bijzonder land, waarmee ik voor altijd een binding zal houden. De mensen zijn geweldig, goedgehumeurd, vol humor, en een diepgewortelde liefde voor hun eigen land. Ik las eens een boek van een Engelsman die Ieren ‘the eighth walking and talking wonder of the world’ noemde, en ik begrijp hem heel goed. Ieren houden van sociaal doen, van praten, van grootse verhalen. Ze kennen al hun mythes en geloven er nog heilig in ook. Ze zijn gastvrij en behulpzaam en dat heb ik zeker gemerkt. Je voelt je snel op je gemak. Ik heb me nooit bang of onveilig gevoeld – geen seconde.
Het is ook een land van spectaculaire, uiteenlopende, oogverblindende landschappen. De natuur is hier de baas. De zee is alomtegenwoordig. Ik ben zo gelukkig geweest vele van deze landschappen bezocht te hebben. De groene heuvels, de gele zandstranden en de azuurblauwe zee in het zuiden, de grijze, stenen woestijn in het westen, de gure, paarse bergen in het noordwesten, de bossen in het westen en meren in het midden. Alles heeft zijn eigen charme, alles is prachtig op hun eigen manier. Ierland is ook een land waar geschiedenis altijd dichtbij is. Kerken, kastelen, ruïnes, round towers, afgebrokkelde huisjes en verlaten dorpjes – ze staan overal, te vergaan van eenzaamheid.
Ierland is het land waar je bij álles patat geserveerd krijgt, ongeacht of het nu een curry, een lasagne of een wok is. Het land waar mijn geliefde campus ligt, en waar de docenten Airmax dragen. Waar mensen netjes in lange rijen voor de bus staan, in plaats van je omver te drukken. Waar publife bestaat uit traditionele muziek luisteren, en een krantje lezen. Het land van Jameson en Murphy’s. Waar altijd alles zeven dagen per week open is. Het land van schapen. Het land van de Tesco, Supervalu, Dealz en Penneys. Het land met de meeste kleuren groen. Het land dat trots is op haar eigen cultuur en sport; hurling, Gaelic football. Het land met overstromingen en dieptriest watermanagement. Trieste tv ook, zo keek ik eens uit arren moede een realityshow over de katholieke Father Bill die verslaafd was aan cola. Het land van Bus Eireann en Ianrod Eireann. Het land waar plaatsnamen op drie manieren gespeld worden. Het land waar in april nog rustig kerstversiering kan hangen. Het land waar koeien over historische overblijfselen stampen. Het land waar een dorp nog steeds prestige kan hebben door ooit eens in 1981 als meest ‘Tidy Town’ van Ierland uitgeroepen te zijn. Het land waar mensen mijn naam uitspreken als ‘Sannie’, wat zo lief klinkt.
Het land met plaatsnamen zoals Sneem, Skull, Dromoland, Porridgetown, Currywongaun, New Twopothouse, Letterfrack, Cong, Newtownshandrum, Buttevant, An Gort, Oughtmama, Corkscrew Hill, Ballylickey, Hollywood en Kill. Het land met bergketens genaamd Maumturk Mountains en de MacGillycuddy Reeks.
Ierland, het land waar ik zo verliefd op ben geworden. Ierland, ik ga je missen.
May the road rise up to meet you
May the wind be always at your back
May the sun shine warm upon your face
The rains fall soft upon your fields
And until we meet again
May God hold you in the palm of His hand.
- Traditioneel Iers zegen.
De sky (ja, inderdaad, ik weet het Nederlandse woord niet meer) vanaf mijn balkon was elke dag weer een cadeautje...