woensdag 28 mei 2014

Thanks for all the good craic!

Het zit erop. Vijf maanden heb ik gewoond, gestudeerd en gereisd in Ierland. En nu is het tijd om mijn koffers te pakken en deze wereld achter me te laten.

Je kunt veel opbouwen in hele korte tijd. Toen ik op 2 januari afgezet werd voor mijn nieuwe woning, in mijn nieuwe stad, had ik nog niets. Ik kende er niemand, ik kende de weg niet, ik wist niet waar de supermarkten zaten, waar de universiteit was. En nu zit ik hier, in een kamer vol posters en foto’s en kaartjes, die ik niet meer uit mijn leven weg kan denken, met een groep supergoede vrienden, mijn hoofd vol fijne herinneringen, in een stad die ik zo goed heb leren kennen. Om dit achter me te moeten laten, is een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant ben ik blij mijn familie en vrienden weer op reguliere basis te kunnen zien, aan de andere kant ben ik heel verdrietig ‘mijn’ Ierland en haar bevolking achter te moeten laten. Want ik weet, deze wereld krijg ik nooit meer terug. Ik kan terugkeren naar Ierland, en Cork, dat gaat vast en zeker ook nog vaak gebeuren, maar mijn leven zoals die nu is – mijn vriendenkring, mijn kamertje – krijg ik nooit meer op die manier terug.

Het is een super tof, vreemd, wild, gek, en geweldig avontuur geweest, om een nieuwe wereld op te bouwen ‘from scratch’. Het is bij tijd en wijle ook heel verwarrend geweest. Je leeft altijd in ‘twee’ werelden; ook al ben ik in Cork, er is ook nog een wereld in Nederland. Een vriendin hier zei ooit tegen mij: je wilt altijd beide, maar het valt nooit te mixen, en dus ben je nooit helemaal 100 procent tevreden. En dat klopt. Ik vond het heerlijk hier te wonen, maar ik miste mijn familie. En dat zal andersom ook zo zijn. Verder heb ik geen idee hoe mijn ‘re-integratie’ in Nederland zal gaan verlopen. Ik heb van veel mensen gehoord dat de omgekeerde cultuurshock nog veel erger is dan de shock begin januari; want niemand bereid je voor op het feit dat je straks je eigen land of cultuur niet goed meer herkent, of dat je alles met Ierland gaat vergelijken.

Ierland is een bijzonder land, waarmee ik voor altijd een binding zal houden. De mensen zijn geweldig, goedgehumeurd, vol humor, en een diepgewortelde liefde voor hun eigen land. Ik las eens een boek van een Engelsman die Ieren ‘the eighth walking and talking wonder of the world’ noemde, en ik begrijp hem heel goed. Ieren houden van sociaal doen, van praten, van grootse verhalen. Ze kennen al hun mythes en geloven er nog heilig in ook. Ze zijn gastvrij en behulpzaam en dat heb ik zeker gemerkt. Je voelt je snel op je gemak. Ik heb me nooit bang of onveilig gevoeld – geen seconde.

Het is ook een land van spectaculaire, uiteenlopende, oogverblindende landschappen. De natuur is hier de baas. De zee is alomtegenwoordig. Ik ben zo gelukkig geweest vele van deze landschappen bezocht te hebben. De groene heuvels, de gele zandstranden en de azuurblauwe zee in het zuiden, de grijze, stenen woestijn in het westen, de gure, paarse bergen in het noordwesten, de bossen in het westen en meren in het midden. Alles heeft zijn eigen charme, alles is prachtig op hun eigen manier. Ierland is ook een land waar geschiedenis altijd dichtbij is. Kerken, kastelen, ruïnes, round towers, afgebrokkelde huisjes en verlaten dorpjes – ze staan overal, te vergaan van eenzaamheid.

Ierland is het land waar je bij álles patat geserveerd krijgt, ongeacht of het nu een curry, een lasagne of een wok is. Het land waar mijn geliefde campus ligt, en waar de docenten Airmax dragen. Waar mensen netjes in lange rijen voor de bus staan, in plaats van je omver te drukken. Waar publife bestaat uit traditionele muziek luisteren, en een krantje lezen. Het land van Jameson en Murphy’s. Waar altijd alles zeven dagen per week open is. Het land van schapen. Het land van de Tesco,  Supervalu, Dealz en Penneys. Het land met de meeste kleuren groen. Het land dat trots is op haar eigen cultuur en sport; hurling, Gaelic football. Het land met overstromingen en dieptriest watermanagement. Trieste tv ook, zo keek ik eens uit arren moede een realityshow over de katholieke Father Bill die verslaafd was aan cola. Het land van Bus Eireann en Ianrod Eireann. Het land waar plaatsnamen op drie manieren gespeld worden. Het land waar in april nog rustig kerstversiering kan hangen. Het land waar koeien over historische overblijfselen stampen. Het land waar een dorp nog steeds prestige kan hebben door ooit eens in 1981 als meest ‘Tidy Town’ van Ierland uitgeroepen te zijn. Het land waar mensen mijn naam uitspreken als ‘Sannie’, wat zo lief klinkt.

Het land met plaatsnamen zoals Sneem, Skull, Dromoland, Porridgetown, Currywongaun, New Twopothouse, Letterfrack, Cong, Newtownshandrum, Buttevant, An Gort, Oughtmama, Corkscrew Hill, Ballylickey, Hollywood en Kill. Het land met bergketens genaamd Maumturk Mountains en de MacGillycuddy Reeks.

Ierland, het land waar ik zo verliefd op ben geworden. Ierland, ik ga je missen.

May the road rise up to meet you
May the wind be always at your back
May the sun shine warm upon your face
The rains fall soft upon your fields 
And until we meet again
May God hold you in the palm of His hand.
- Traditioneel Iers zegen.

De sky (ja, inderdaad, ik weet het Nederlandse woord niet meer) vanaf mijn balkon was elke dag weer een cadeautje...










maandag 26 mei 2014

Noord-Ierland

Klik op de foto's om ze te vergroten!

Afgelopen woensdag vertrokken Arieke en ik naar Noord-Ierland, wat onze laatste reis tijdens ons studieverblijf in Ierland zou zijn. Het beloofde een lange reis te worden, van het uiterste zuiden naar het verre noorden. Oké, Ierland is dan maar 2.5 keer zo groot als Nederland, maar de afstanden lijken veel groter vanwege de reisduur. De infrastructuur is ronduit slecht, en OV is helemaal een ramp. Daarom duurde onze reis van Cork naar Belfast welgeteld 6.5 uur (!). Eerst 2.5 uur naar Dublin, vervolgens 1.5 uur overstaptijd om met de tram van het ene naar het andere station te komen, en nogmaals ruim 2 uur van Dublin naar Belfast. Dit is voor het eerst in vijf maanden dat we buiten de Republiek Ierland zijn geweest: Noord-Ierland is immers buitenland, want het hoort bij het Verenigd Koninkrijk, heeft geen euro's maar ponden, en staat onder gezag van Queen Elizabeth.

Onderweg; de trein van Dublin naar Belfast gaat langs de kust

Even een korte geschiedenisles om de situatie wat duidelijker uit te leggen. Vanaf ongeveer de zeventiende eeuw kreeg het protestantse Verenigd Koninkrijk steeds meer interesse in dat achtergestelde, katholieke eiland dat naast hen lag. Uiteraard waren de manschappen van het VK veel sterker dan die van Ierland, en binnen no-time hadden zij het eiland veroverd. Dit leidde tot een eeuwenlange onderdrukking en discriminatie van de katholieke, Ierse bevolking. Veel protestanten werden vanuit het VK naar Ierland gestuurd om zich er te vestigen, de landerijen te veroveren, en de Ierse bevolking het protestantisme op te leggen. Het waren met name presbyteriaanse Schotten die de oversteek maakten, en zich vestigden in het noordelijke gedeelte van het eiland. Langzamerhand werd de meerderheid van het noordelijke gebied protestants. In 1922, toen de Ieren na eeuwen vechten voor vrijheid eindelijk onafhankelijkheid kregen, mochten de afzonderlijke counties (soort graafschappen) stemmen of ze bij de nieuwe, onafhankelijke Republiek Ierland wilden horen, of bij het Verenigd Koninkrijk wilden blijven. Logischerwijs wilden de zes noordelijkste graafschappen, waarvan de meerderheid afstamt van de oorspronkelijke protestantse immigranten, bij het VK blijven. Deze zes graafschappen werd samen als 'Noord-Ierland' aangeduid, en werd dus een provincie van het Verenigd Koninkrijk, net als Schotland, Wales en Engeland. De andere 26 graafschappen vormden samen de Republiek Ierland. In Noord-Ierland woedde vanaf eind jaren '60 tot eind jaren '90 een bloedige burgeroorlog, beter bekend als 'the Troubles'. De katholieke minderheid werd ernstig onderdrukt door de protestantse overheid, wat leidde tot demonstraties. Iedereen is wel bekend met termen als de 'IRA' en 'Bloody Sunday'. Sinds 1998 is er een vredesakkoord getekend, maar alsnog zijn er regelmatig ongeregeldheden in steden als Derry/Londonderry en in Belfast.
 Kortom: het eiland Ierland bestaat uit twee landen, de Republiek Ierland, en Noord-Ierland, een provincie van het Verenigd Koninkrijk. Meteen na aankomst waren er al verschillen te zien. De wegen waren schoon, de borden hadden zin, geen dronken mensen op elke straathoek. Het deed er georganiseerd aan - daarmee was het duidelijk dat we de Republiek achter ons hadden gelaten en in het VK waren beland. Het was ook reden voor een feestje: het was officieel de 10e keer dat ik het VK bezocht, en nu heb ik álle delen gezien.

Onder: Queen's College, Belfast

De tweede dag zijn we Belfast gaan verkennen. De stad was een stuk kleiner dan ik verwachtte; waar je in de stad ook stond, overal kon je de groene heuvels eromheen zien. Verder deed het erg Brits aan in bepaalde opzichten. De mensen zijn er een stuk afstandelijker dan ik gewend ben in de Republiek! De stad heeft ook niet heel veel sightseeing-dingen, daarvoor kun je beter naar Dublin gaan. Echter, de grote toeristische trekpleister van Belfast is in één woord samen te vatten: Titanic. De Titanic is hier gebouwd voor het naar Southampton en Cobh voer, en alles in de stad staat in het teken van de Titanic. De winkels; de restaurants; de eettentjes (zo kun je een broodje Titanic-burger nemen: Iers rundvlees met ijsbergsla). Álles. Dit culmineert in één enorm museum: de Titanic Experience. Het is een immens museum, dat van buiten op een kruising tussen het schip en een ijsberg lijkt. Het is net nieuw; het museum opende haar deuren in 2012 en kostte zo'n 141 miljoen euro (!). Het is één van de grootste, meest technologisch geavanceerde musea die ik ooit heb gezien. Leuk voor jong en oud; er zit bijvoorbeeld een heuse achtbaan in die je door een nagemaakte scheepswerf voert. Het sloeg al mijn verwachtingen... Helaas kon ik geen (goede) foto's maken binnen; daarom raad ik je aan zeker zelf nog eens heen te gaan (ook als je niet zo geïnteresseerd bent in de Titanic is het super).    

De rest van de middag hebben we door de stad geslenterd en hebben wat gebouwen bekeken. Ook zijn we naar het Ulster Museum en de Botanical Gardens geweest, wat heel erg leuk was! 

Belfast

Belfast

Belfast

Belfast; linksboven zie je het Titanic Museum!

Belfast; Botanische tuinen

Belfast; Botanische Tuinen

Die avond streken we neer in een Libanees eettentje vlakbij ons hostel. De man die ons hielp was een ontzettend blije Libanees die zelf een tijdje bij Eindhoven in de buurt heeft gewerkt en het he-le-maal geweldig vond dat wij Nederlands waren. Hij gaf ons gelijk bijna 50% korting, en maakte de heerlijkste vers gemaakte falafel en handgesneden patat. De falafel serveerde hij met wrap, Libanese salade, en allerlei sauzen én gratis drinken. We schaamden ons een beetje voor deze service en het feit dat we zo weinig hoefden te betalen, dus gaven we flink wat fooi. Toen we de avond erna er weer waren (oh, die falafel...) deed 'ie weer zijn uiterste best (hij bleef maar roepen: meer? meer? drinken! jullie krijgen drinken van mij!) en kreeg ik na het eten ook nog een echte Arabische, mierzoete muntthee. We hebben uitgebreid afscheid genomen van onze vriend met foto's etc. - ik kom er zeker nog eens weer!


De derde dag was het stralend mooi weer. Wat een geluk, want dit was de dag die we hadden uitgekozen om met een busreis naar de noordkust te gaan. Onze eerste stop was de Carrick-a-Rede Ropebridge, een touwbrug op 30m hoogte van het vaste land naar een eilandje voor de kust, Carrick's Island. De eerste touwbrug werd al zo'n drie eeuwen geleden gebruikt door zalmvissers. Aangezien die levensgevaarlijk was, is die brug in 2000 vervangen door een ietwat stevigere brug, en geopend voor toeristen. Er is nog nooit iemand van de brug gevallen, maar wel regelmatig voorgekomen dat bezoekers de terugweg niet durfden en met een boot moesten worden opgehaald! De uitzichten waren spectaculair. Het was helder, wat betekende dat we in de verte de Schotse eilanden konden zien liggen. Overal groeiden wilde bloemen, en de groene landtongen, rotsen, kliffen en gele zandstranden waren geweldig!

Onderweg

Boven: Wat een locatie heeft dat kerkje... Onder: witte en groene kliffen aan de overkant.

Carrick-a-Rede

De touwbrug!

Op de touwbrug!

Op Carrick Island

De volgende stop was de wereldberoemde ''Giant's Causeway''. De Causeway is een bizarre rotsformatie van zo'n 40.000 zeshoekige basalten zuilen. Het is haast niet te geloven dat dit een natuurlijk proces is geweest. Ierland zou Ierland niet zijn als er daarom niet een legende aan vast zit (ja, zelfs in het noorden - deze verhalen bestonden al lang voor de komst van de protestanten). Er was eens een reus, genaamd Finn McCool. Finn was in een vechtlustige bui en besloot zijn Schotse tegenhanger Benandonner te bevechten. Hij bouwde een pad door de zee (de Causeway) naar Schotland. Op het moment dat Finn daar aankomt, ziet hij dat Benandonner nog vele malen groter is dan hijzelf en vlucht terug naar Ierland. Daar aangekomen, achtervolgd door de Schotse reus, vraagt Finn aan zijn vrouw om hem als baby te vermommen. Toen Benandonner hijgend bij McCool's huis aankwam, stelde McCool's vrouw hem voor aan 'haar baby'. Benandonner schrok van de grootte van het kind, aannemend dat de vader van zo'n groot kind vele malen groter zou zijn en rende zo hard als hij kon weer terug naar Schotland. Op zijn vlucht vernielde hij het pad...

Giant's Causeway. Linksonder zie je een Ierse kameel.

Giant's Causeway

We reden via Dunluce Castle terug naar Belfast. Dunluce is nu een ruïne op een klif. Als er door erosie stukken klif afbrokkelen, gaat het kasteel mee. Het werd ooit eens bewoond door de MacDonalls of MacDonald's clan. Onze buschauffeur vertelde dat op een zekere dag de keuken met alle koks en personeel afbrak en in de zee stortte. Het was volgens hem de eerste take-away MacDonald's. Ook vertelde hij dat er ooit een kerkje heeft gestaan die nu overspoeld is door de zee; alleen de kerktoren was nog te zien. Achteraf bleek dit een boei in de vorm van een kerktoren te zijn. Ha ha. 

Boven: 'Verzonken kerk'. Onder: Dunluce Castle.

De vierde en laatste dag hebben we nog wat expositie's in het Ulster Museum bekeken, en een bezoekje gebracht aan de George's Market: een superleuke, gezellige markt met kraampjes die van alles verkopen: van sjaals tot bier, van taartjes tot paëlla. Daarna was het tijd weer op de trein te stappen richting Dublin, en uiteindelijk Cork! 


zaterdag 17 mei 2014

Dublin, Giro d'Italia, Glendalough & Kilkenny

Klik op de foto's om ze te vergroten!

Tussen mijn tentamen op 8 mei en die op 20 mei had ik lekker de tijd weer een tripje naar Dublin te maken! Ik vind het een ontzettende fijne stad, ik voel me er erg op mijn gemak, ken de straten en ben er echt van gaan houden. Er is zoveel te zien en te doen. Het is een miljoenenstad, maar toch met die typisch vriendelijke Ierse sfeer dat mensen naar je lachen, je gedag zeggen op straat en iedereen heel geïnteresseerd in je is.

Op vrijdag 9 mei stapten Arieke en ik 's ochtends in de trein richting Dublin. We kwamen aan rond lunchtijd, en hongerig doken we Eddie Rocket's in. Eddie Rocket's is een Iers horecaketen van American Diners. Ik ben er gek op. Alles is tot in de details gestyled, alsof het rechtstreeks uit een film komt. De bankjes zijn van rood leer, elke tafel heeft een jukebox en een fles Heinz tomatenketchup en een fles mosterd op tafel staan, en het personeel draagt geweldige pakjes en haarnetjes. De kaart bestaat uit ontzettend veel mogelijkheden, waarvan veel vega. Het is allemaal handgemaakt en 'vers', en oké, duurder dan de MacDonalds of Burger King, maar een stuk beter, meer en leuker!

Nadat we een wrap hadden gegeten, dropten we onze spullen bij het hostel en liepen we de stad in. Als eerste gingen we naar een ingericht townhouse uit de Georgiaanse tijd, genaamd no. 27 Georgian House, in de prachtige Georgiaanse buurt van Dublin. Het was heel schattig en leuk gedaan, en de ticketverkoopsters vonden het zo leuk dat er jonge mensen kwamen, dat we heel lang hebben staan kletsen. Na afloop liepen we naar het National Leprechaun Museum, een superleuk, interactief, tour-guided museum over de Ierse folklore en mythologie. Onze tourguide was een hele grappige Ier die het niet kon laten telkens de Amerikanen in onze groep beet te nemen. Het museum was hightech en heel tof gemaakt. Je gaat eerst door een tunnel waardoor je je kleiner voelt worden (optisch bedrog), en vanaf dan is alles groter, dus denk je echt dat je kleiner bent geworden. Heel cool! 's Avonds hebben we in het hostel gekookt en gezellig gekletst met mijn Canadese kamergenote.

Eddie Rocket's - ga ik missen in Nederland!

Georgian House Museum

Boven: Dublin. Onder: National Leprechaun Museum!
(ja, Sanne als kabouter, laat de grappen maar komen, ha ha ha)

De volgende dag gingen we ieders ons eigen gang. Het was Arieke's eerste keer in Dublin, dus die ging met de hop-on-hop-off tour de toeristische hoogtepunten bekijken die ik al had gezien. Toen ik haar had afgezet bij Trinity College, ben ik doorgelopen naar het zuiden van het centrum. Daar heb ik een rondje door mijn favoriete park in Dublin gelopen, st. Stephen's Green, en bracht ik daarna een bezoekje aan het Little Museum of Dublin. Hier heb ik wederom ontzettend gezellig gekletst met de medewerkers, die allemaal zo aardig en geïnteresseerd waren. Op de begane grond was een tentoonstelling van tekeningen over de Battle of Clontarf, die dit jaar 1000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. De tweede en derde verdieping bestond enkel uit donaties van Dubliners, en het is dus echt een rariteitenkabinet, zo leuk. Zo ga je de gehele 20e eeuw langs, en was er een U2 expositie! Dat was heeeeeel erg leuk! Toen ik afscheid had genomen van het personeel, die gedrieën mij uit stonden te zwaaien bij de deur, besloot ik de rest van de dag niets anders te doen dan rond te slenteren door de stad, en lekker bijkomen van de tentamens. Dat bleek een goede keuze. Terwijl ik rond struinde liep ik zomaar Passenger tegen het lijf, en bevond ik me opeens in een gratis concert van meer dan een uur lang! Het was geweldig, wat is het toch een geweldige muzikant. Iedereen brulde natuurlijk mee toen hij 'Let Her Go' inzette. Na afloop heb ik wat te eten gehaald, heb ik door de Middeleeuwse buurt gesjokt en heb ik twee uur zitten lezen in de tearooms van Dublin Castle. 's Avonds hebben Arieke en ik elkaar weer opgezocht en lekker Vietnamees gegeten.

Boven: st. Stephen's Green. Onder: Little Museum of Dublin.

Little Museum of Dublin

Linksboven: Passenger, zomaar spelend op straat! Rechtsboven en -onder: Dublin Castle.

Op zondag was het tijd voor de Giro d'Italia die Dublin aandeed! We hebben vijf uur staan wachten, in de stromende regen, en het was het meer dan waard! Mijn favoriet Marcel Kittel won de sprint op een fabelachtige manier, en na afloop ben ik met een Ierse jongen stiekem over het hek geklommen en tussen de pers voor het podium gaan staan, zodat ik een prachtige foto van mijn held kon maken (hihi)... Lees op deze site mijn verhaal over de Giro d'Italia en wielrennen in het algemeen: urbanspaceman.nl. 

Dublin kleurde roze!

Dublin kleurde roze!

Dublin kleurde roze!

Linksboven: De Bobo-hut. Rechtsboven: Een fietsenshow in het nabijgelegen Merrion Square. Linksonder: De reclamekaravaan. Rechtsonder: Twee roze fans.

Rechtsboven: Marcel Kittel. Onder: De sprint!

Ik heb zoveel respect voor het geduld van degene die deze etalage van TicTacjes (geheel in Ierse kleuren) heeft gemaakt.

Op maandag hebben we een dagtrip met een bus gemaakt naar het gebied ten zuiden van Dublin. Onze eerste stop was het prachtige Glendalough, een vallei in de Wicklow Mountains. In de vallei staan verschillende kerkelijke overblijfselen, zoals een Round Tower en een klooster gesticht door St. Kevin, waarvan de overblijfselen behoren tot de oudste christelijke overblijfselen van Europa. De naam Glendalough betekent 'Dal van de twee meren', namelijk de Lower Lough en Upper Lough. De natuur is fantastisch mooi, ik heb nog nooit zoveel verschillende kleuren groen gezien. Men noemt het ook de 'tuin' van Ierland, er is weinig steen en véél groen. Het was eigenlijk een beetje een soort sprookjesland, vond ik. 

Zie al die verschillende kleuren groen, geweldig toch?

Linksboven: Ierse muziek bij de ingang. Rest: Oude graven staan verspreid tussen de ruïnes.

Wederom, let op al die verschillende kleuren groen... Vandaar dat het bekende liedje over Ierland 'Forty Shades of Green' heet.

Glendalough

Glendalough. Rechtsboven: Het 'visitor centre' was nu dicht, maar wat een schattige cottage op een schitterende plek!



Rond middagtijd stapten we weer in de bus en reden we door de Wicklow Mountains, bekend van de beroemde film 'P.S. I Love You' met Gerald Butler. Ik was klaarblijkelijk de enige in de bus die die film nog niet gezien had. Het werd al snel duidelijk dat alle meiden in de bus vanwege die film de trip maakten. De buschauffeur speelde er slim op in met lekkere Ierse grapjes, en we bezochten ook plekken waar belangrijke gedeeltes waren gefilmd. We kwamen onderweg ook door Hollywood. Ik knipperde eerst met mijn ogen omdat ik dacht het niet goed te zien, maar toch, we waren in Hollywood. Er stonden vijf boerderijen, drie koeien en er was een postkantoor. Die vijf boerderijen, drie koeien en het postkantoor bleken wel humor en zelfspot te hebben, want ja hoor, ook zij hadden de bekende 'Hollywood' letters boven op de groene heuvels! Uiteindelijk gingen we naar Kilkenny, een Middeleeuws stadje waarvan nog veel dingen goed bewaard zijn gebleven. Daar hebben we twee uur rondgelopen, alvorens terug te gaan naar Dublin en vanaf daar weer naar Cork! Het waren geslaagde dagen!

Onderweg

De Wicklow Gap en onze tourbus

De Wicklow Gap

Linksboven: Hollywood. Rest: Kilkenny

Kilkenny

Kilkenny

En nu weer verder met studeren voor mijn laatste tentamen op dinsdag...