maandag 26 mei 2014

Noord-Ierland

Klik op de foto's om ze te vergroten!

Afgelopen woensdag vertrokken Arieke en ik naar Noord-Ierland, wat onze laatste reis tijdens ons studieverblijf in Ierland zou zijn. Het beloofde een lange reis te worden, van het uiterste zuiden naar het verre noorden. Oké, Ierland is dan maar 2.5 keer zo groot als Nederland, maar de afstanden lijken veel groter vanwege de reisduur. De infrastructuur is ronduit slecht, en OV is helemaal een ramp. Daarom duurde onze reis van Cork naar Belfast welgeteld 6.5 uur (!). Eerst 2.5 uur naar Dublin, vervolgens 1.5 uur overstaptijd om met de tram van het ene naar het andere station te komen, en nogmaals ruim 2 uur van Dublin naar Belfast. Dit is voor het eerst in vijf maanden dat we buiten de Republiek Ierland zijn geweest: Noord-Ierland is immers buitenland, want het hoort bij het Verenigd Koninkrijk, heeft geen euro's maar ponden, en staat onder gezag van Queen Elizabeth.

Onderweg; de trein van Dublin naar Belfast gaat langs de kust

Even een korte geschiedenisles om de situatie wat duidelijker uit te leggen. Vanaf ongeveer de zeventiende eeuw kreeg het protestantse Verenigd Koninkrijk steeds meer interesse in dat achtergestelde, katholieke eiland dat naast hen lag. Uiteraard waren de manschappen van het VK veel sterker dan die van Ierland, en binnen no-time hadden zij het eiland veroverd. Dit leidde tot een eeuwenlange onderdrukking en discriminatie van de katholieke, Ierse bevolking. Veel protestanten werden vanuit het VK naar Ierland gestuurd om zich er te vestigen, de landerijen te veroveren, en de Ierse bevolking het protestantisme op te leggen. Het waren met name presbyteriaanse Schotten die de oversteek maakten, en zich vestigden in het noordelijke gedeelte van het eiland. Langzamerhand werd de meerderheid van het noordelijke gebied protestants. In 1922, toen de Ieren na eeuwen vechten voor vrijheid eindelijk onafhankelijkheid kregen, mochten de afzonderlijke counties (soort graafschappen) stemmen of ze bij de nieuwe, onafhankelijke Republiek Ierland wilden horen, of bij het Verenigd Koninkrijk wilden blijven. Logischerwijs wilden de zes noordelijkste graafschappen, waarvan de meerderheid afstamt van de oorspronkelijke protestantse immigranten, bij het VK blijven. Deze zes graafschappen werd samen als 'Noord-Ierland' aangeduid, en werd dus een provincie van het Verenigd Koninkrijk, net als Schotland, Wales en Engeland. De andere 26 graafschappen vormden samen de Republiek Ierland. In Noord-Ierland woedde vanaf eind jaren '60 tot eind jaren '90 een bloedige burgeroorlog, beter bekend als 'the Troubles'. De katholieke minderheid werd ernstig onderdrukt door de protestantse overheid, wat leidde tot demonstraties. Iedereen is wel bekend met termen als de 'IRA' en 'Bloody Sunday'. Sinds 1998 is er een vredesakkoord getekend, maar alsnog zijn er regelmatig ongeregeldheden in steden als Derry/Londonderry en in Belfast.
 Kortom: het eiland Ierland bestaat uit twee landen, de Republiek Ierland, en Noord-Ierland, een provincie van het Verenigd Koninkrijk. Meteen na aankomst waren er al verschillen te zien. De wegen waren schoon, de borden hadden zin, geen dronken mensen op elke straathoek. Het deed er georganiseerd aan - daarmee was het duidelijk dat we de Republiek achter ons hadden gelaten en in het VK waren beland. Het was ook reden voor een feestje: het was officieel de 10e keer dat ik het VK bezocht, en nu heb ik álle delen gezien.

Onder: Queen's College, Belfast

De tweede dag zijn we Belfast gaan verkennen. De stad was een stuk kleiner dan ik verwachtte; waar je in de stad ook stond, overal kon je de groene heuvels eromheen zien. Verder deed het erg Brits aan in bepaalde opzichten. De mensen zijn er een stuk afstandelijker dan ik gewend ben in de Republiek! De stad heeft ook niet heel veel sightseeing-dingen, daarvoor kun je beter naar Dublin gaan. Echter, de grote toeristische trekpleister van Belfast is in één woord samen te vatten: Titanic. De Titanic is hier gebouwd voor het naar Southampton en Cobh voer, en alles in de stad staat in het teken van de Titanic. De winkels; de restaurants; de eettentjes (zo kun je een broodje Titanic-burger nemen: Iers rundvlees met ijsbergsla). Álles. Dit culmineert in één enorm museum: de Titanic Experience. Het is een immens museum, dat van buiten op een kruising tussen het schip en een ijsberg lijkt. Het is net nieuw; het museum opende haar deuren in 2012 en kostte zo'n 141 miljoen euro (!). Het is één van de grootste, meest technologisch geavanceerde musea die ik ooit heb gezien. Leuk voor jong en oud; er zit bijvoorbeeld een heuse achtbaan in die je door een nagemaakte scheepswerf voert. Het sloeg al mijn verwachtingen... Helaas kon ik geen (goede) foto's maken binnen; daarom raad ik je aan zeker zelf nog eens heen te gaan (ook als je niet zo geïnteresseerd bent in de Titanic is het super).    

De rest van de middag hebben we door de stad geslenterd en hebben wat gebouwen bekeken. Ook zijn we naar het Ulster Museum en de Botanical Gardens geweest, wat heel erg leuk was! 

Belfast

Belfast

Belfast

Belfast; linksboven zie je het Titanic Museum!

Belfast; Botanische tuinen

Belfast; Botanische Tuinen

Die avond streken we neer in een Libanees eettentje vlakbij ons hostel. De man die ons hielp was een ontzettend blije Libanees die zelf een tijdje bij Eindhoven in de buurt heeft gewerkt en het he-le-maal geweldig vond dat wij Nederlands waren. Hij gaf ons gelijk bijna 50% korting, en maakte de heerlijkste vers gemaakte falafel en handgesneden patat. De falafel serveerde hij met wrap, Libanese salade, en allerlei sauzen én gratis drinken. We schaamden ons een beetje voor deze service en het feit dat we zo weinig hoefden te betalen, dus gaven we flink wat fooi. Toen we de avond erna er weer waren (oh, die falafel...) deed 'ie weer zijn uiterste best (hij bleef maar roepen: meer? meer? drinken! jullie krijgen drinken van mij!) en kreeg ik na het eten ook nog een echte Arabische, mierzoete muntthee. We hebben uitgebreid afscheid genomen van onze vriend met foto's etc. - ik kom er zeker nog eens weer!


De derde dag was het stralend mooi weer. Wat een geluk, want dit was de dag die we hadden uitgekozen om met een busreis naar de noordkust te gaan. Onze eerste stop was de Carrick-a-Rede Ropebridge, een touwbrug op 30m hoogte van het vaste land naar een eilandje voor de kust, Carrick's Island. De eerste touwbrug werd al zo'n drie eeuwen geleden gebruikt door zalmvissers. Aangezien die levensgevaarlijk was, is die brug in 2000 vervangen door een ietwat stevigere brug, en geopend voor toeristen. Er is nog nooit iemand van de brug gevallen, maar wel regelmatig voorgekomen dat bezoekers de terugweg niet durfden en met een boot moesten worden opgehaald! De uitzichten waren spectaculair. Het was helder, wat betekende dat we in de verte de Schotse eilanden konden zien liggen. Overal groeiden wilde bloemen, en de groene landtongen, rotsen, kliffen en gele zandstranden waren geweldig!

Onderweg

Boven: Wat een locatie heeft dat kerkje... Onder: witte en groene kliffen aan de overkant.

Carrick-a-Rede

De touwbrug!

Op de touwbrug!

Op Carrick Island

De volgende stop was de wereldberoemde ''Giant's Causeway''. De Causeway is een bizarre rotsformatie van zo'n 40.000 zeshoekige basalten zuilen. Het is haast niet te geloven dat dit een natuurlijk proces is geweest. Ierland zou Ierland niet zijn als er daarom niet een legende aan vast zit (ja, zelfs in het noorden - deze verhalen bestonden al lang voor de komst van de protestanten). Er was eens een reus, genaamd Finn McCool. Finn was in een vechtlustige bui en besloot zijn Schotse tegenhanger Benandonner te bevechten. Hij bouwde een pad door de zee (de Causeway) naar Schotland. Op het moment dat Finn daar aankomt, ziet hij dat Benandonner nog vele malen groter is dan hijzelf en vlucht terug naar Ierland. Daar aangekomen, achtervolgd door de Schotse reus, vraagt Finn aan zijn vrouw om hem als baby te vermommen. Toen Benandonner hijgend bij McCool's huis aankwam, stelde McCool's vrouw hem voor aan 'haar baby'. Benandonner schrok van de grootte van het kind, aannemend dat de vader van zo'n groot kind vele malen groter zou zijn en rende zo hard als hij kon weer terug naar Schotland. Op zijn vlucht vernielde hij het pad...

Giant's Causeway. Linksonder zie je een Ierse kameel.

Giant's Causeway

We reden via Dunluce Castle terug naar Belfast. Dunluce is nu een ruïne op een klif. Als er door erosie stukken klif afbrokkelen, gaat het kasteel mee. Het werd ooit eens bewoond door de MacDonalls of MacDonald's clan. Onze buschauffeur vertelde dat op een zekere dag de keuken met alle koks en personeel afbrak en in de zee stortte. Het was volgens hem de eerste take-away MacDonald's. Ook vertelde hij dat er ooit een kerkje heeft gestaan die nu overspoeld is door de zee; alleen de kerktoren was nog te zien. Achteraf bleek dit een boei in de vorm van een kerktoren te zijn. Ha ha. 

Boven: 'Verzonken kerk'. Onder: Dunluce Castle.

De vierde en laatste dag hebben we nog wat expositie's in het Ulster Museum bekeken, en een bezoekje gebracht aan de George's Market: een superleuke, gezellige markt met kraampjes die van alles verkopen: van sjaals tot bier, van taartjes tot paëlla. Daarna was het tijd weer op de trein te stappen richting Dublin, en uiteindelijk Cork! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten