this house of doubt is all we know
chasing down the silver linings
of wounded minds and wounded souls
we are coming home, we are coming home
- Dotan, Home II
Het was woensdag 23 juli 2014, de dag van nationale rouw in Nederland. De eerste stoffelijke overschotten van de slachtoffers van het neergeschoten vliegtuig MH17 bereikten op die dag Nederlandse bodem. Ze kwamen thuis. Om 16u zou een minuut stilte in acht worden genomen. Ik had die ochtend gewerkt en staarde thuis naar de tv. Er was een zwarte deken over Nederland gedaald. Het verdriet en de machteloosheid werden overal gevoeld. Daarnaast gingen de Israƫlische beschietingen op Gaza en de gruweldaden van IS-strijders ook gewoon door. Nog vele andere trieste nieuwsberichten volgden. De wereld leek die tijd even helemaal gek geworden, een plek waar gruwelijkheden zich op dagelijkse basis tentoonstellen. Ik kon niet langer naar de oneerlijke zaken op tv kijken, dus greep ik mijn fiets en trapte de stad uit. Ik wist niet goed waar ik heen moest gaan.
Uiteindelijk verliet ik de stad in noordoostelijke richting, via de lange Kardingemaar (ook wel bekend als Elema’s Pad) bij Noorddijk. Dit kaarsrechte voetgangers- en fietspad wordt omzoomd door hoge, slanke bomen. Aan mijn rechterhand zie ik een stukje van het ‘Bevrijdingsbos’ en in de verte de Noordermolen. Het Bevrijdingsbos werd in 1995 geplant bij de 50-jarige viering van de bevrijding van Nederland. Als dankbetuiging aan de Canadese bevrijders van Groningen in april 1945 staan er 30.000 esdoorns. Het blad van deze boom is natuurlijk het nationale symbool van Canada.
Het brede pad maakte plaats voor een bruggetje en dan een klein, smal betonpaadje tussen hoge grassen. Dit is het Boer Goensepad. Aan mijn rechterhand een weiland met koeien, aan mijn linkerhand groeide het koren. Tussen het hoge gras en de korenvelden wuifde een brede rij van wilde bloemen. Zo ver als ik kon zien, langs het gehele fietspad, groeiden wilde bloemen in allerlei kleuren. Het was als een schilderij. Het groene gras, het goudgele koren, de felgekleurde rode papavers en helderblauwe korenbloemen, en de zachtblauwe, wolkenloze hemel erboven. Al deze schoonheid, dacht ik, is ook deel van diezelfde wereld die me nu zo krankzinnig toe leek. Ik herinnerde me iets wat ik ooit van Aristoteles Onassis had gelezen. Hij zei eens: ‘It is during our darkest moments, that we must focus to see the light’. In de meest donkere tijden moeten we juist het licht zien te vinden, door geluk te zoeken in kleine dingen, om jezelf niet te verliezen in het idee dat de wereld enkel een verdrietige plek is. Ik realiseerde me dat deze prachtige kleurende bloemenstrook mijn licht was die dag; een reminder dat de wereld ook heel erg mooi kan zijn. Mijn fiets zette ik aan de kant, en baande door de hoge grassen om de bloemen van dichtbij te bewonderen. Ik weet niet hoe lang ik daar gestaan heb. Een gevoel van kalmte overviel me, een gevoel van een vreemdsoortige opluchting. Schoonheid is er wel, als je het maar wilt zien.
Thesinge. Het is een klein plaatsje met grote geschiedenis. Prachtige huisjes wisselen zich af. Voor het bruggetje sla ik linksaf, naar de oude kloosterkerk. Het dorp is in de twaalfde eeuw ontstaan op de gronden van het nonnenklooster Germania. Dit klooster werd na de Reductie van Groningen in 1594 afgebroken. De kloosterkerk is een overblijfsel van de gronden van Germania. Ik struinde wat over het kerkhof, en bewonderde de eigenwijze zwanenfamilie in het water. Op een bankje naast het klooster at ik een koekje en las wat in mijn boek. Het was bijna 16u. Ik besloot hier te blijven om op deze vredige plek mijn minuut stilte te houden. Op een gegeven moment kwam er een meneer het terrein oplopen, en ging de kerk binnen. Hij merkte mij niet op. Ik ging staan. De klokken luiden vijf indrukwekkende momenten. Ik staarde naar de vlag die halfstok wappert, en de prop in mijn keel leek steeds groter te worden. Mijn gedachten waren bij de slachtoffers en hun nabestaanden. De klokken stopten met luiden, en toen was het stil. Volmaakt stil.
Ik fietste verder tussen de lege velden. Het was overal nog steeds muisstil. Vogels vlogen hoog boven mij. Daarboven plukjes witte, donzige wolken, in een verder blauwe hemel. En daar nog ver boven, in die prachtige lucht, de slachtoffers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten