zondag 17 augustus 2014

Langs het Boterdiep: van Rottum naar Uithuizen

Deze zomer reis ik langs het Boterdiep van Groningen naar Uithuizen en zal verslag doen van alle mooie en bijzondere plekken die ik onderweg tegenkom. Mijn doel is om te laten zien dat ook dichtbij huis prachtige plaatsen te vinden zijn, allen met hun eigen verhaal. Deze keer blog ik over het negende en laatste gedeelte: van Rottum naar Uithuizen.

Vlak voor het plaatsje Rottum slaat het Boterdiep abrupt rechtsaf, oostwaarts. Een paar kilometer lang hobbel ik over het kleine paadje ernaast, de Trekweg, tussen de weilanden en akkers door. Aan mijn linkerhand ligt Elswerd, een kleine wierde met een enkele boerderij erop. Aan mijn rechterhand zie ik de Knijp, een pietepeuterig buurtschapje gelegen aan een doodlopende weg vanaf Zandeweer.

Ik arriveer in het dorpje dat het meest gefotografeerde plaatsnaambord van Nederland bezit. Doodstil is niet alleen een bekende plaats in Groningen, maar ook in de rest van Nederland, ook al bestaat het dorp zelf uit niet meer dan een paar huizen langs het Boterdiep. Het is, wat men noemt, een woon- en slaapdorp. Ooit was het eens een levendige plek. Het had een haventje waar geladen en gelost werd. Er waren ambachtswinkels te vinden. De aanleg van de grote autowegen en spoorwegen maakte hier een einde aan. Het is er nu, tja, eigenlijk gewoon doodstil. Er bestaan meerdere theorieën over het ontstaan van de plaatsnaam Doodstil. Eén misverstand moet gelijk de wereld uit worden geholpen: het is niet dood-stil, maar doods-til. Een ‘til’ is een brug. Volgens de voormalige schoolmeester werd de brug aangelegd zodat de personen woonachtig in deze streek hun doden konden begraven in Zandeweer. Het was dus een Dodentil. Een andere verklaring stelt dat er eens een brugwachter was met de naam ‘Doede’ of ‘Dode’. Het was dus Dode’s til. Nog een andere theorie vertelt het verhaal van een begrafenisstoet die óf door de brug heen was gezakt, óf met een bootje onder het diep over stak, waarbij de kist in het water plonsde. De aanwezige mensen waren er doodstil van. Hoe het ook zij – de naam Doodstil heeft altijd tot de verbeelding gesproken.


Doodstil is ook de achtergrond waartegen een tragedie heeft plaatsgevonden. In 1837 was de 22-jarige Okke Kluun aan het kaartspelen in Uithuizen. Het ging niet goed, en al snel was het geld op. Hij gokte en verloor, en het beetje geld dat resteerde gaf hij uit aan drank. De dronkaard waggelde na zijn laatste potje terug naar het huisje aan de Maarweg in Doodstil, om geld te halen. Hij had jammer genoeg zelf niets meer. Hij eiste geld van zijn kostvrouw, die weigerde. Onceremonieel sloeg hij daarop haar hersenen in met turfbijl. Daarna pakte hij haar geld en sjokte weer terug naar Uithuizen, waar hij weer aanschoof en zijn kaarten weer oppakte. Zijn veroordeling liet niet lang op zich wachten. Op 12 april 1838 werd Okke opgehangen op de Grote Markt in Groningen. Hij was de laatste persoon die de doodstraf kreeg in Groningen. Er stonden groepjes mensen op de Grote Markt te kijken. Ze waren doodstil.


Uiteindelijk kom ik aan in Uithuizen, de eindbestemming van deze tocht langs het Boterdiep. Vroeger liep het kanaal nog verder het dorp in, maar dit gedeelte is nu gedempt. Het diep eindigt nu bij de Havenweg. Hier was het vroeger een drukte van belang. Uithuizen is nog steeds een redelijke plaats. De grote trekpleister is natuurlijk de Menkemaborg, de best bewaarde borg in Groningen. Ik wandel er wat rond, en eet een Gronings mosterdsoepje op het terras. Het is zeker niet de eerste keer dat ik een bezoekje breng aan de borg, maar de schoonheid ervan doet me altijd nog even met mijn ogen knipperen. In een gevelsteen uit 1614 staat ‘‘Anno 1400 is Menckemahuis vernelt. Anno 1614 dorch Gods gnade gereparert.’’ Het is dus aan te nemen dat er voor de huidige borg ook al een ouder huis heeft gestaan, dat is afgebroken. De eerste Menkema die wordt genoemd, in 1376, is een rechter genaamd Eppo Menkema. In de eeuwen daarna komt de borg in handen van mensen met de meest fantastische namen, zoals Osebrandt en Unico. Na het overlijden van de laatste bewoner van de borg, Gerard Alberda van Menkema, kwam de borg in 1902 leeg te staan. Het werd door erfgenamen geschonken aan het Groninger Museum en is nu een museum dat het leven van Groningse jonkers laat zien.




Ik wandel over de lange, chique oprijlaan van de Menkemaborg. De bomen torenen hoog de lucht in. Het is het eind van de tocht. Wat heb ik veel plaatsen aangedaan, bijzondere verhalen ontdekt en mooie plekken gezien. Hoewel het nu vooral een kanaal voor de pleziervaart is, was het Boterdiep in vroeger tijden een belangrijke bron van werkgelegenheid en inkomen, voor alle dorpen die aan en langs het water lagen. Het was een levensader voor velen, zoals waterwegen, groot of klein, altijd zijn en ook zullen zijn. Het Boterdiep loopt door prachtige wierdedorpen en passeert schitterende borgen en kerkjes. Noord-Groningen is een gebied vol geheime parels. Stap in de auto, stap op de fiets, en kijk maar eens goed. 



Dit was het laatste gedeelte van mijn reis langs het Boterdiep.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten